‘Gelukkig hebben we nog altijd Germaine,’ merkte een A la recherche-lezer op die warm noch koud werd van de pienter gehypte Piasa-veiling:
Arme Germaine… Opnieuw onverkoopbaar. Op enige hartstocht valt de tekenaar in dit soort krabbels ook niet te betrappen. Meisjesachtige naïviteit, jawel, maar waar is toch ‘de tumorachtige slang die je lichaam langs een opening ongemerkt heeft betreden en stoffen in je aanmaakt waar je geest niet tegen bestand is’?
Of ik tegen deze metafoor* bestand ben, is een tweede. Feit is dat Hergé fraaie slangen heeft getekend, maar in de omgeving van zijn Germaine heb ik ze nooit waargenomen.
*) Wanda Reisel in Witte Liefde