maandag 27 februari 2017

Het aangewakkerde verlangen (1)


Met D. maar weer eens gelakte eend wezen eten bij het minimalistische Lam & Yin in Antwerpen. Mijn ontevreden dealer (inmiddels moet ik toch wel zijn slechtste klant zijn) snijdt tijdens het aansnijden van een gewokte inktvis ook de casus van de ingekleurde SOVIETS aan.

‘Blasfemie,’ brom ik verveeld.

Toch geeft D. er een aardige draai aan. Die kleurtjes hadden niet gehoeven, maar de wijze waarop het hele project de wereld in is geslingerd, de vroege persberichten, de aankondiging van de lanceerdatum, kortom, het spelen met en het aanwakkeren van de verwachtingen… Vintage Hergé!

Althans, vintage jonge Hergé. Zie nog eens hoe slim de Tekenaar in de vooroorlogse jaren het verlangen naar Een Nieuw Avontuur aanwakkert.

17 oktober 1935, vaarwel China:


De lezertjes hoeven zich geen zorgen te maken: Kuifje keert terug, letterlijk en figuurlijk.

Drie weken later, 7 november, nog even geduld:


Weer drie weken later, 28 november, onze held is terug in Brussel!*


De volgende week, 5 december, het Nieuwe Avontuur begint!


Let op de verbaasde blikken van Kuifje en Bobbie, de klassiek-spannende blurb (‘Een mysterieuze diefstal...’), de vingerafdrukken, de schim achter het vreemde beeldje… De enthousiaste Hergé haalt nog even alles uit de kast om de nieuwsgierigheid op te poken.

Twintig jaar later is dat wel anders…

*) Overigens met andere bagage dan waarmee hij uit Shanghai is vertrokken:



vrijdag 17 februari 2017

Kuifje onder de loep (99)


Vervolgen we onze facultatieve collegereeks over de verkleedpartijen in het universum van Hergé met deze fraaie dubbele plaat uit de Weekblad-publicatie van AFFAIRE TOURNESOL:


Onze helden zijn er - vermomd als afgezanten van het Rode Kruis - inmiddels in geslaagd Zonnebloem te bevrijden uit handen van de ZEP, de geheime politie van Bordurië:


Op de achterbank van deze (door Jacques Martin op de Facel Vega gebaseerde) Bordurische cabriolet ontwaren we Haddock die zich een valse baard heeft aangemeten zónder zijn eigen baard af te scheren. Dat is niet alleen zéér risicovol, maar ook erg jammer omdat ons nu een blik op een gladde Kapitein wordt onthouden.

Achter het stuur zien we een besnorde Kuifje, met bril en in een blauwgroen pak. Let ook even op zijn kapsel met de perfect symmetrische middenscheiding. We kennen deze haarsnit vooral van deze onfrisse snuiter:


Maar terug naar het Avontuur! Dat heeft, zoals we weten, een vervelende wending genomen met het slippen van de vluchtauto:


Gelukkig, onze helden leven nog…:


…maar ongeschonden zijn ze beslist niet. De klap was zó enorm dat Kuifje achtereenvolgens zijn bril, zijn afzichtelijke kapsel, zijn jasje, zijn das én zijn witte overhemd met hoge boord is kwijtgeraakt. Wat rest zijn bretels en zijn authentieke bovenkleding die blijkbaar al die tijd ónder zijn vermomming zat...

Hier hapert niet zo zeer het narratief als wel de afstemming met het aannemelijke. En er dient zich nóg een probleem aan. Uitgerekend dit plaatje vormt immers de basis voor het albumomslag. De tekenaar zou zijn held daarop dus moeten afbeelden met bretels en een lange broek…


Hergé durft het niet aan en kiest, zoals we zullen zien, voor een geforceerde oplossing.

Opnieuw het tweede plaatje, nu uit de albumversie:


Kuifje kleedt zich nu om achter het stuur. Tijdens een wilde achtervolging! In een bocht! Wat een kerel!


En daar zien we hem in zijn vertrouwde kloffie. De bretels zijn weg, de lange broek ook. Dat onze held ook weer zijn pofbroek aan heeft, komt omdat enkele pagina’s eerder de vermomming is aangepast: van blauwgroen kostuum naar bruin pak met, heel pienter, een plusfour.

Hier laten we het even bij. Na de pauze onderzoeken we de vraag wat de antithese tussen maskerade en ontmaskering ons leert over Hergé’s opvattingen van identiteit, individualiteit en authenticiteit.


Ik ben tot 27 februari afwezig. Liefhebbers kunnen tussentijds teruggrijpen op een klein aantal lessen dat nog steeds online beschikbaar is, waaronder de geruchtmakende lezing over de Drevel van Loeria en het populaire college over narratieve concepten.

woensdag 15 februari 2017

Prematuur prototype



Gedonderjaag met een maquette (in DE ZAAK ZONNEBLOEM), ruim vóór het bioscooppubliek dit tafereel voor de kiezen kreeg:


Auric Goldfinger naast zijn gedetailleerde maquette van Fort Knox (1964). Op het web wordt vrolijk geparlevinkt over de volstrekte zinloosheid van dit enorme model. Maar natuurlijk vooral aardig om te weten is dat Hergé al in 1955 iets tekende dat pas heel veel jaren later gemeengoed werd:

Deze [Goldfinger-]set zou het prototype worden voor alle volgende Bond-films. Het beeld van de schurk die aan de hand van een architectuurmodel zijn snode plannen om de wereld te veroveren smeedt. Juist omdat het een maquette is en de snoodaard daar bovenuit torent, wordt die in zijn zelfbeeld als oppermachtige met de hand aan de knoppen gesterkt.

... schrijft film- en architectuurliefhebber Erik Kersten.

Het is ook, vervolgt Kersten, dit beeld dat te zien is als een indirecte maar venijnige kritiek op de maakbaarheid van de wereld die de architectuur in zijn algemeen, en het modernisme c.q. functionalisme speciaal, voor stond. Net als de schurken smeden de architecten plannen om de wereld te scheppen naar hun (boosaardige?) visie.

Wat ons toch ook weer bij E.P. Jacobs en diens ZWAARDVIS-avontuur brengt: liet de kwaadaardige heerser Basam-Dandu een maquette van de wereld bouwen alvorens hij die in vuur en vlam zette?

maandag 13 februari 2017

Vooruitwijzing naar een catastrofe


Naar Art Rotterdam waar niets me werkelijk bij de kladden greep, maar waar de onverschilligheid gelukkig ook achterwege bleef. De dame met de satijnen Kalashnikov (gevuld met sesamzaad) was prettig ontregelend na de witter dan witte reliëfs van gewezen lieveling Jan Schoonhoven. Zélfs voelde ik een lichte tinteling bij het nieuwe werk van Sebastian Utzni…


… die oude comics verzamelt ‘which seem to anticipate the destruction of the World Trade Center’. Voor wat het is (de facto andermans kunstje achter museumglas) zijn de prijzen sky high, maar daar moeten we niet te kinderachtig over doen. De kunstenaar slaat munt uit zijn reputatie – ik vind dat gewiekst.

Plaatje!


‘La catastrophe annoncée’, zoals semioloog Pierre Fresnault-Deruelle het noemt* – de vernietiging van een maquette als vooruitwijzing naar de aanslagen van 9/11. Over de onnavolgbare bochten waarin Hergé zich wringt om de exacte locatie te verhullen, laat de gepensioneerde hoogleraar zich overigens niet uit:


‘Een enorme stad aan de andere zijde van oceaan waarvan het nutteloos is om de naam te noemen.’

Collega Jacobs hield zich tien jaar eerder ook al op de vlakte:


In Bombay, Rome, Parijs en Londen laat hij met zichtbaar plezier gruwelijke vuurstormen woeden, maar hier tekent hij slechts slappe rookwolkjes. De wolkenkrabbers van de Nieuwe Wereld lijken onbeschadigd, de gele horden hoeven slechts de lift naar de bovenste etage te pakken (‘Up to the roof, young boy!’) om hun vlag te hijsen.


*) In de boekuitgave ‘Hergé ou la profondeur des images plates’

vrijdag 10 februari 2017

Een bijzonder beroerd einde


Bon, een tikkeltje schuldig voel ik me wel na het afserveren van het Jules Verne-vehicle Vynález zkázy als ‘malle film’.

De Tsjechische rolprent blijkt een aantal jaren geleden gerestaureerd en de nieuwe trailer laat overduidelijk en erg fraai zien (KLIK !) …


…wat in het vuile promotiefilmpje uit 1958 amper nog waarneembaar is. De regisseur wekt geraffineerd de oude Verne-gravures van Édouard Riou en Léon Benett tot leven (zoals Jacques Tardi dat zestien jaar later deed met zijn IJSDEMON) en won er de Grote Prijs van het Wereldfilmfestival op de Expo 58 in Brussel mee:


Tot groot ongenoegen overigens van de critici die de Orson Welles-klassieker ‘Touch of Evil’ gepasseerd zagen door iets wat toch vooral werd beschouwd als een werk van ‘uitsluitend virtuoze studiohandigheid’.

Ik zag nog iets over het hoofd:

In de [oude] trailer van The Fabulous World of Jules Verne ontdekte ik op 1.35 zelfs een kapitein Haddock (alleen de trui klopt niet)...

…schrijft PERDU-lezer Rob van Essen.


Het is acteur Frantisek Slégr en het loopt in deze film bijzonder beroerd met hem af*.

*) Zie het (helaas niet opgelapte) slotfragment - en let vooral op de plezante explosie (BOEM !).

woensdag 8 februari 2017

Wonderen in Mystimation !



Fragment uit de Tsjechische Jules Verne-potpourrie ‘Vynález zkázy’ (beter bekend als The Fabulous World of Jules Verne). En ja, ik moest hierbij vanzelfsprekend aan de Eenhoorn denken, maar óók aan de met touw gezekerde klimmers in TIBET.

Over Hergé en zijn mosterdpot gaan we het verder niet hebben. Bekijk toch vooral de trailer (KLIK !) van deze malle film* uit 1958 (‘The first motion picture produced in the magic-image miracle of Mystimation!’) en hef het glas op Verne. Als de wetenschap hem het eeuwige leven had gegeven, vierde de sciencefictionpionier vandaag zijn 189ste verjaardag.


*) ... en let op de dito fietsscènes. Regisseur is de invloedrijke animator Karel Zeman, ten diepste bewonderd door niet de minsten uit zijn vak: Ray Harryhausen, Terry Gilliam, Tim Burton, Wes Anderson...

maandag 6 februari 2017

Wie draaide zijn wasjes ?



Hergé in zijn studio, 1975. Vergeet de albums, die kennen we nu wel. Let op de kekke lichaamshouding:


Gekanteld bekken, hangende schouder, wat is hier aan de hand? Heeft de Tekenaar recentelijk naar West Side Story gekeken of doet hij een Belmondootje? Fanny (41) heeft ’t maar getroffen met deze viriele 68-jarige!

In 1973 legde André Soupart de Tekenaar vast in dezelfde ruimte die toen, met donkere werken van Appel en Mortier aan de wand, alleszins drukkender was:


Twee jaar later zijn die doeken in hun afschuwelijke gouden lijsten dus ingeruild voor een, gok ik, Gaston Bertrand (eerste foto links) en een Jan Dibbets.* Zeker wat dat laatste werk betreft, een ommezwaai waar ik mee instem.


*) Alleen de pantalon van Hergé lijkt in die jaren onveranderd. Hoeveel wasbeurten heeft die inmiddels ondergaan? En wie draaide au fond zijn wasjes? Droogstoppel Philippe Goddin laat die belangrijke kwestie in zijn biografie onbeantwoord. Ik houd het, voorlopig, op Fanny: zij moet in elk geval hebben uitgeblonken in het scheiden van de kleuren.

donderdag 2 februari 2017

Bliksemfriet


Ook mij begon het allemaal m’n strot uit te komen, maar deze Trump-beschouwing kon ik nog wel smaken:

‘It seems Trump’s approach to eating, like everything else he does, is first and foremost reliant on speed rather than enjoyment.’

Onmogelijk immers om hierbij niet aan die andere miljardair te denken:



John Archibald Pump spoelt zijn ‘bliksemfriet’ weg met ‘blitzkoffie’ en laat dit voorafgaan door (hier niet zichtbaar) ‘acceleratorsoep’.

Prachtig vrij vertaald allemaal: de Tekenaar zelf dient slappe ‘frites rapides’ en dito ‘café minute’ op. Hij laat dat overigens voorbijkomen op een ‘tapis roulant’ (een lopende band) wat de vertaler dan weer een tikkeltje te letterlijk neemt (‘een roltapijt’).

Enfin, voor Pump is het, zoals bekend, een galgenmaal: een paar minuten nadien ligt hij verkoold naast zijn private racebaan. Haastige spoed komt voor de val - iets om in deze onstuimige tijden niet te vergeten.