I
Met S. zag ik De Zaak Alzheimer, een Vlaamse policier die net echt leek en het ten slotte helemaal niet was. Mooie beelden, vlotte montage: de film was als een cadeau, dat zo mooi is ingepakt, dat het zonde is om uit te pakken. Alles onder de strik voelde onwaarachtig.
S. haakte af bij een (ook al zo fraai geschoten) scène waarin een huurmoordenaar als glazenwasser vanuit een hijsbakje zijn prooi liquideert.
‘Jongetjes die een Amerikaanse film naspelen,’ vond ze.
Ik bleef toch kijken omdat de killer gespeeld werd door Jan Decleir, een acteur waar ik nooit genoeg van krijg. Maar voor deze film was hij veel te goed. Alsof Haddock voor veel geld een rol speelt in de Flip Flink-reeks om de slappe scenario’s (een onverhulde ersatz-Kuifje) van veelschrijver Charlier nog wat glans te geven.
II
Dat het beeld misleidt, wisten de Romeinen al. Fallit Imago! Schoonheid is daarbovenop geen synoniem voor waarachtigheid en iets wat op het oog mooi is, kan evengoed hartstikke nep zijn. Zo belanden we via deze doorzichtige omweg weer bij onze vervalste vriend Pump.
Twee ontwikkelingen in een scenario dat dreigt dood te bloeden:
- De stripwinkelier die zo blijmoedig verslag deed van de verkoop van een gelijksoortig ‘origineel’ (Voor de gewone prijs...) zwijgt thans in alle talen. Ik vrees dat ik niet even blijmoedig had moeten citeren uit zijn mail.
- Over de waarachtigheid van D. maak ik me intussen geen zorgen. Vrijdagmiddag bracht de FedEx een zorgvuldig verpakte oude bekende:
Ik kon de verleiding (toch echt?) niet weerstaan, heb de lijst van dit cadeautje alsnog opengebroken en stuitte op een aardige verrassing.
Morgen meer!