dinsdag 15 juni 2010

Een andere wending (3)



Waar werken we vandaag naartoe?
Naar de stelling dat Moulinsart betrokken is bij - dan wel weet heeft van - die vervalste originelen.

Dat kun je nooit hard maken!
Nee, maar we kunnen wel proberen het onaannemelijke aannemelijk te maken. Herinner je je Marc Chervel?

Wie?
Een Frans ontwikkelingseconoom die ik hier twee jaar geleden al eens heb geciteerd. In 2001 noemde hij Moulinsart en de Fondation Hergé (zoals de Studio’s destijds heette) vol bewondering ...een succesvolle autoproducent wiens laatste nieuwe model vijfentwintig jaar geleden van de band rolde...

En?
Het kan geen kwaad om af en toe stil te staan bij de wonderlijke taak van de vennootschap die Molensloot heet. Moulinsart wordt geacht de commerciële exploitatie te verzorgen van een product dat zich sinds 1976 niet meer heeft vernieuwd.

Ze zijn er anders voortdurend mee in het nieuws…
Precies! Je hoeft geen mastertitel in de micro-economie te hebben om te constateren dat de jongens en meisjes van Moulinsart hun taak met zwier vervullen. Hun morsdode product is zó vaak in het nieuws dat je bijna opzet zou verwachten.

Dat snap ik niet.
Je kunt profiteren van nieuws, je kunt het nieuws ook máken. Denk nog eens aan dat enorme pakket brieven, schetsen en foto’s van Hergé dat zijn neef in november 2008 liet veilen. Hij vertelde dat hij die hoogstpersoonlijke correspondentie eerst aan de Studio’s wilde verkopen. Die verklaarde later in een persbericht geen interesse te hebben, wat nauwelijks geloofwaardig is. Vermoedelijk herkende men direct de publicitaire potentie. Destijds schreef ik:

Een onderhands handjeklap met [neef] Georges jr. lijkt dan uitgesloten, want heeft amper nieuwswaarde. Een publieke veiling daarentegen vervult in alle opzichten de kritieke corporate mission van Moulinsart en de Studio’s: het kunstmatig in leven houden van een stripheld waarvan het laatste avontuur inmiddels ruim 30 jaar geleden in druk verscheen.

Wat heeft dit alles met die vervalsingen te maken?
Nog even geduld! Inmiddels weten we dat die brieven al veel eerder boven de markt hingen en dat er toen geen enkele media-aandacht voor was. Die kwam pas toen Moulinsart c.s. zich ermee gingen bemoeien, toen Fanny zich liet interviewen en zich het een en ander over haar beroemde eerste echtgenoot en diens correspondentie liet ontvallen. Wat ik probeer te zeggen, is: men is inmiddels een absolute meester in het aanjagen van free publicity.

Zijn het niet juist de kopers op dat soort veilingen die het nieuws maken? Zij leggen telkens weer recordbedragen neer voor originelen.
Maar wie zijn die kopers? Analyseer je de uitkomsten van, pak ‘m beet, de afgelopen vijf jaar dan worden de kostbaarste topstukken altijd aangekocht door ‘een anonieme verzamelaar uit België die telefonisch het hoogste bod uitbracht’. De markt voor dit werk is niet transparant. En je kunt je zoetjesaan gaan afvragen of die markt wel bestáát.

?
Correspondentie van Hergé zit dicht op de markt, dat wil zeggen: je hebt de ‘kleine’ liefhebbers die voor een paar honderd euro een brief met handtekening kopen. Of niet. Op veilingen blijft veel onverkocht (zie het jargon in de resultatenlijsten: ‘Pas d’adjudication’, ofwel: Niet toegewezen). Op die brieven van Hergé’s neef werd zomaar 90.000 euro geboden. Vanzelfsprekend anoniem en telefonisch. Zelfs de Amerikaanse media berichtten erover. Free publicity met een marketingwaarde van vele, vele miljoenen. Daarbij valt die 90.000 euro in het niet. Trek zelf je conclusie.

Dus Moulinsart kocht zélf die brieven? En ze bieden zélf op die originelen?
Bezie eens hoe men de afgelopen jaren in het nieuws is gebleven. Rodwell cum suis walsen over een kleine uitgever van onschuldige boekjes over Hergé: PUBLICITEIT. Rodwell schrijft een paar absurde columns op een blog dat met veel tamtam uit de lucht wordt gehaald: PUBLICITEIT. Cameramannen mogen het Hergé-museum niet in: PUBLICITEIT. Maakt niet uit of het nieuws positief of negatief is: het product is dood, maar er zal altijd nieuws gemaakt worden.

‘Grote vondst valse Hergé’s’… PUBLICITEIT. Ik begin het te begrijpen. En bij Moulinsart zagen ze onmiddellijk publicitaire mogelijkheden in de misstap van een medewerker… Of sterker: ze hebben zélf die vervalsingen mogelijk gemaakt om er uiteindelijk publiciteit uit te slepen…
Kijk, dat is wat ik bedoel met een aannemelijke onaannemelijkheid! Maar het zijn wél jouw woorden.



(Morgen bekijken we nog wat details van de vervalste Pump, ofwel: zijn originelen nu wel of niet geletterd?)