woensdag 25 september 2019

Hoe Hergé, Franquin en Brel elkaar vonden (1)


Aardig mailtje van een PERDU-lezer uit Gent met een linkje naar minder aardig beeld:


Nóg zo’n stijf propaganda-omslag met onze held als medewerker van de Nationale Zuiveldienst. ‘Iedereen die in de jaren zestig in Vlaanderen is opgegroeid kent de campagne van De Melkbrigade en iedereen die opgroeide in Wallonië kent de Brigade M. Hoewel dat dus eigenlijk de Brigade L had moeten zijn.’

Het moet gezegd: de Tekenaar, die hem over het algemeen lekker kan raken (VAT69!), is niet te beroerd om zelf ook de Witte Motor te promoten:


Hier samen met onder andere de gehelmde Weekblad-medewerker Paul Frère (de formule 1-coureur maakte met Jean Graton de rubriek Paul Frère vous parle automobile).

Uitsnede uit dit reclamemateriaal uit 1959:


Van Stijn Streuvels tot Armand Pien, allemaal hebben ze plotsklaps een boontje voor een goed glas melk. Tussen de grote namen van die tijd zien we ook Jacques Brel, die pas in 1965, in zijn vriendschap met de Russische dichter Jevgeni Jevtoesjenko, een superieure drinkbroeder zal vinden (‘Vergeleken met hem ben ik een drinkebroertje, een alcoholisch gehandicapte, zoiets’):


Schuin onder de zanger en op de rand van zijn eerste grote depressie poseert, met een Marsipulami-M, niemand minder dan André Franquin, die in diezelfde tijd een korte verhouding heeft met absint.

En dan is er ook nog dat akkefietje waarin Hergé en Brel elkaar vinden…

Wordt vervolgd!