Bon, waar waren we? In San Theodoros. Dat is geen grapje en behoeft enige uitleg. S. trakteerde me op een Oosterse lunch in het Okura en verraste me bij het lakplateau met nóg een aardig cadeautje: de rode pil en de blauwe pil waarmee Moulinsart momenteel goede zaken doet.
La Ligne Claire est universelle. Elle est omniprésente. Elle est avec nous ici, en ce moment même
las ik op de verpakking. Dat wilde ik weleens zien. Ik nam de rode pil (S. had niet anders verwacht) en ontwaakte nogal ruw in de realiteit van Hergé.
Wat volgde was, en daarin moet ik eerlijk zijn, een koude douche. Ik hoopte in LOTUS of in SCEPTRE te belanden, maar bleek verzeild in PICAROS – beslist geen opwindende omgeving. Komt bij dat de rode pil slechts toegang biedt tot de blanco wereld naast de tekenkaders:
Moulinsart suggereert – zie het idyllische promotieplaatje hierboven – dat je in de cleane ambiance van deze negative space heerlijk kunt ronddwalen en af en toe op een bankje onderuit kunt zakken om de taferelen binnenskaders gade te slaan.
De praktijk is echter dat de witruimte door achterstallig onderhoud ernstig is verloederd. Banken zijn verzakt of vernield, prullenbakken overvol, afslagen naar volgende pagina’s overwoekerd en onbegaanbaar.
Enige lichtpuntje: door een bug in het systeem belandde ik een kort moment toch aan de andere kant:
Dat ben ik – helaas behept met een slechte zichtlijn waardoor de ervaring weinig indruk maakte.
En, vroeg S. na mijn terugkomst: ‘Heb je genoten?’
Over gegeven paarden moet je niet debatteren, maar ik kon mijn algehele teleurstelling toch niet verbergen, waarna me ‘ondankbaarheid’ werd verweten en een gebrek aan tact en tenslotte het servies door de lucht vloog wat nooit een goed idee is als je buiten de deur eet. Die nacht sliep ik, buiten het kader van onze relatie, in het logeerbed.