vrijdag 12 april 2019

Een genadige blessuretijd (1)


I.
Begin maart stond de maan weer in het Eerste Kwartier en leek het ergste achter de rug. Wat dat betreft:

‘Je kunt het ergste maar beter onbenoemd laten, want is de opgetrokken wenkbrauw niet te verkiezen boven het medelijden en de onhandige steunbetuiging?’

Dixit Georges Remi jr. rondom het verschijnen van zijn curieuze ‘Un oncle nommé Hergé’. De volle neef van De Tekenaar manifesteert zich in zijn biografische notities als larmoyante kletsmeier, maar volslagen gespeend van scherpzinnigheid is hij dus niet.

Laat ik er verder, ondanks de langdurige stilte op deze plek, geen woorden aan vuil maken. Het leven beweegt zich voorwaarts en, zoals mijn vader placht te zeggen: ‘Erg? Erg? Sara Beugeltas, dát was erg!’ (Dit vergt enige kennis van de Amsterdamse misdaadhistorie).

Niettemin moet ook ik wennen aan het idee dat ik er nog ben.


II.
Donder en bliksem, die zoetwatermatroos is er ook nog:


Stap over het zuinige mondje heen en let toch vooral op zijn ongenaakbare Benito-pose op de eerste foto - onbevattelijk toch dat Georges niet bij leven op het 100BF-biljet figureerde!

Nee, we zijn nog lang niet klaar met Hem.*


III.
En de grote kraakvis moge mij kraken, dat is toch niet...?


Op de drempel van de ontluistering heb ik meer dan eens gedacht aan de geplaagde ingenieur die uit de maanraket stapte. Het is niet dat ik Frank Wolff wilde volgen in zijn hopeloze heldendaad (‘Ik sla je helemaal verrot als je er tussenuit knijpt,’ dreigde S.). Wel ontdekte ik dat zijn echte einde hier tot nog toe onbesproken is gebleven.

In het gehoopte mirakel (‘…alleen door een wonder kan ik behouden blijven’) weigerde ik ook nu te geloven. En toch... Bestond er, zelfs in het vacuüm van de ruimte, niet zoiets als een genadige blessuretijd? En kon daarin, hoe kort ook, een glimp worden opgevangen van het Goddelijke?


IV.
‘Ik heb hem [Frank Wolff] altijd wel de gedachte gegund van het idee dat hij er nog was. Maar hij zal zijn God niet hebben gezien, de arme man was, toen hij naar buiten stapte, natuurlijk op slag dood.’
- Wijlen Harry Thompson, in gesprek met de BBC. De Hergé-biograaf slaat, zo meen ik inmiddels te weten, de plank een tikje mis.

Volgende week verder.


*) De loden dommel is afgeschud, niet langer ligt de PERDU-kijkdoos in het vuile dok verankerd. De wijdste wereldzee lonkt!