Helemaal serieus was ik niet. Maar sinds ik op deze plek heb opgemerkt wel warm te lopen voor een Jijé-verzameling, doet D. zijn stinkende best om me over de streep te trekken. In een mail over een veiling bij Bernaerts, vorige week zondag: ‘Voor een Kordaat als deze is weinig animo. Die heb je al voor tachtig euro’.
Een album dat dateert uit 1948, maar Gott im Himmel! Noteer 1941 en ik geloof het onmiddellijk. Genoeg beklagenswaardige jongelingen destijds die in het kielzog van deze zuivere kerel wilden oprukken naar Smolensk.
Dan toch liever de Jijé van de Robbedoes-almanakken:
De vrolijkheid in die schuit is, gezien de omstandigheden, moeilijk te plaatsen en grenst aan hysterie. Maar daarin schuilt, denk ik, ook de verlokking.
woensdag 29 juni 2011
Bernaerts (2)
dinsdag 28 juni 2011
Bernaerts (1)
* De Scepter van Ottokar, 1947. Gesigneerd. Matige staat. Vorige week afgehamerd (€ 800) bij Veilinghuis Bernaerts.
maandag 27 juni 2011
Mei ’68
Eerste Communie van Viviane Quittelier, kleindochter van Edgar Jacobs. 19 mei 1968. Drie dagen eerder presenteerde Hergé zijn VOL 714 POUR SYDNEY in Parijs. De tekenaar ontvluchtte daarna voortijdig de stad waar studenten slag leverden met de oproerpolitie: Soyez réalistes, demandez l’impossible!
Iets met de ‘verbeelding aan de macht’.
Maar laten we erover ophouden. Verbeelding is op een dag als vandaag welhaast een dubieus begrip:
donderdag 23 juni 2011
Ravage (3)
Het ritje over de markt van Arturo Cartoffoli. Niet toevallig dezelfde markt waar Theo van den Boogaard zijn mosterd haalt. Zie eens hoe Hergé hier sjoemelt met het tijdsverloop. Indachtig de snelheid van Arturo’s Lancia Aurelia zou op dit, door de tekenaar bevroren moment, de worstenkraam bezig moeten zijn met instorten. Maar we zijn een fase verder: de kraam ligt al plat en iemand kijkt zelfs verschrikt op vanachter het zeil. Houden we ons strikt aan het verloop van de tijd dan moet de kraam reeds zijn ingestort vóór Arturo de markt opreed.
Veel meer synchroon met de gebeurtenissen is dan weer de val van de man op het terras, schuin daarboven. Hoewel, wonderlijk is toch dat glaasje dat niet van tafel wil en de zwaartekracht tart.
Overigens zegt Van den Boogaard dat hij in zijn stadstekeningen vol ontwrichting telkens een rustpunt wil creëren (bijvoorbeeld een stukje blauwe lucht). Hergé metselt zijn chaos daarentegen helemaal dicht. En slaat daarin nogal door. Let eens op de man in de linkerbovenhoek, onder de manden met ganzen. Hij valt overduidelijk buiten het spoor van Arturo’s auto en kan er dus ook geen slachtoffer van zijn. Waarom ligt hij daar dan? Gevalletje verzekering oplichten?
Maandag: geritsel in de wondere wereld van E.P. Jacobs
woensdag 22 juni 2011
Ravage (2)
Intrigerende mail van een lezer die beweert dat chaos überhaupt niet in Klare Lijn is te verbeelden omdat die stijl geen geluid heeft. Zover zou ik niet durven gaan. Feit is wel: ik vind het universum van Hergé opvallend stil. Wat me overigens doet denken aan een ontmoeting met wijlen Hans Frankfurther die zich ergerde aan een klakkeloos herhaalde anekdote (Jongetje zegt over Kuifje-film dat de stem van de kapitein heel anders is dan in de boeken). Frankfurther deed bescheiden kwantitatief onderzoek en concludeerde dat hij niemand kon vinden die stemmen/geluiden hoorde in de boeken van Hergé. Ergo: ‘De Klare Lijn is niet auditief’.
Vraag is dan of andere stijlen dat wél zijn. Is er zoiets als een onzichtbare volumeregelaar die, pak ‘m beet, Franquin moeiteloos in de hoogste stand kon zetten en die Hergé niet kon (of niet wilde) beroeren? Verkeert een onomatopee in de ene stijl in een absoluut vacuüm en komt zij in een andere stijl tot volle wasdom?
Volkskrant-medewerker Joost Pollmann mailt me desgevraagd dat Frankfurther slechts gelijk heeft in de smalle betekenis: ‘Veel mensen lezen met gebruik van hun binnenoor. Als je poëzie leest, hoor je ook melodie, ergens in je schedel. Stripfiguren hebben dus een stem.’
Die beslistheid roept weer een andere vraag op: lijdt de Klare Lijn-lezer die slechts stilte hoort dus aan een Gebroken Binnenoor?
dinsdag 21 juni 2011
Ravage
‘Als ik de ravage te rommelig maak, verpest ik de tekening.’ Dixit Theo van den Boogaard, deze ochtend in de Volkskrant. De ‘meester van de Klare Lijn’ praat over de vaste prik in zijn oeuvre: stadstekeningen vol ontwrichting. ‘Gestileerde chaos’ kopt de krant, een oxymoron. Chaos is per definitie onoverzichtelijk. Hem dan toch willen verbeelden in de Klare Lijn, duidt op een gematigd extremistisch denkraam. Alsof je een muziekstuk kunt componeren van 4.33 minuten stilte.
donderdag 16 juni 2011
Les fleurs du mal
Flauw natuurlijk, die grap over Germaine en haar verdwenen echtgenoot. Maar wel een excuus om Jeanne Quittelier op te voeren, de levensgezel van Edgar P. Jacobs die een venijnige pestpokkenhekel had aan Hergé. Ze zit links op de foto (uit 1966):
In het midden broedt Blacky op een reële strategie om de beestachtige tafellamp tussen zijn kaken te vermalen.
Qua lichtplan en botanische motieven zitten de Jacobsjes in hetzelfde schuitje als de Hergé’tjes:
Et la lampe s'étant résignée à mourir,
Comme le foyer seul illuminait la chambre
Chaque fois qu'il poussait un flamboyant soupir,
Il inondait de sang cette peau couleur d'ambre!
woensdag 15 juni 2011
Haantjes
Pikant voorstel van onze gastheer om het Grand Palais in te ruilen voor exposities in de Giardini en de Arsenale. Lees: halsoverkop met een lijnvlucht van Parijs naar Venetië voor een bezoek aan de Biënnale.
Ik houd wel van zulke onbesuisde avonturen maar de vrouw waarmee ik mijn leven deel breidelt dit enthousiasme: ‘Schei uit jongens, we zijn hier nog maar net!’
‘Maar het is toch een leuke actie?’ probeer ik.
Onwrikbaar antwoord: ‘Nee, het is een stomme actie van twee haantjes.’
’s Middags, in het opblaasbare kunstwerk van Anish Kapoor, bedenk ik dat mijn S. uiteindelijk de passende levensgezellin was geweest voor Kuifje.
‘Naar een luchtvaartcongres in Sydney? Schei uit!’
Dat is geen negatieve gedachte. Haar terugfluiten had ons, verwende lezertjes, twee mislukte avonturen bespaard.
dinsdag 14 juni 2011
Want een dag niet gelachen
Germaine meldt bij de rijkswacht dat haar man is verdwenen. Gevraagd naar een signalement antwoordt ze: ‘Een blijhartige vijftiger, vitaal, teder en oprecht.’
Jeanne (de vriendin van Edgar) die haar vergezelt, roept verrast: ‘Wat zeg je nou?! Georges is depressief, wankel door zijn steenpuisten, hij maakt voortdurend ruzie met je en hij bedriegt je met dat inkleurstertje!’
‘Nou en?’ zegt Germaine. ‘Wie wil er nou zoiets terugkrijgen?’
donderdag 9 juni 2011
Faits divers
Fluks nog even de mailbox geleegd voordat ik met S. naar lucht ga happen* in de bloedrode, opblaasbare sculpturen van Anish Kapoor:
1.
De oplapcursus van enige weken geleden werkt aanstekelijk. Lezer M. maakte een Nederlandschtalige versie van LES CIGARES:
‘Over de kleurstelling valt te discussiëren,’ voegt hij daar bescheiden aan toe.
2.
Ondertussen, in het haventje van Ziguinchor:
Foto van een loyale briefschrijver mét commentaar: ‘Ik heb de eigenaar van deze Karaboudjan opgespoord en geïnformeerd naar de betekenis van de naam. Heel simpel: Kara is de voornaam van de eigenaar, Bou-djan is zijn achternaam. De Senegalese stam waarbij deze familienaam voorkomt is de Diola.’
3.
Intrigerende mail van een lezer die de veiling door Rops van de verminkte AU PAYS DES SOVIETS (ook nog eens uit de quatrième mille) een lachertje vindt. Hij schrijft:
‘Ik heb erg lang bemiddeld bij de verkoop van een genummerd en gesigneerd exemplaar in goede staat. Aan een reële marktprijs bleek dat onhaalbaar. Ik ken minstens twee andere aanbieders die evenmin een marktpartij vinden voor hetzelfde zeldzame album maar dan in een betere staat. Dan is daar ook Alain van Neyghen (9th Art Gallery) die maar niet slaagt in de verkoop van zijn gesigneerde/genummerde Soviets-album in zeer goede staat. (...) In kranten en op internet wordt steeds anders gesuggereerd en ik begrijp dat verkopende partijen hier belang bij hebben maar de markt is gewoon heel erg klein en het tegendeel beweren is wat mij betreft een grote leugen.’
Los van die (herkenbare) onverkoopbaarheid: D. vertelde me begin dit jaar dat er momenteel wel erg veel gesigneerde SOVIETS op de markt zijn. Veelbetekenende toevoeging: ‘Ik vraag me toch af of dat bij zo’n oud boek in zo’n beperkte oplage statistisch gezien wel kán.’
*) Grand Palais, Parijs. Tintinperdu is terug op dinsdag 16 juni.
dinsdag 7 juni 2011
A new kind of beauty (2)
Nogmaals de Kuifje van Spielberg c.s. die in tekening weer een tikkeltje feminiener is:
Vergelijk dat eens met onze held van vijftig jaar geleden:
Jean-Pierre Talbot zou geestdriftig zijn begroet op de fabrieksvloer van Andy Warhol. De digitaal bewerkte Jamie Bell lijkt me vooral een hapje voor de nuffige coterie van Audrey Hepburn.
maandag 6 juni 2011
A new kind of beauty (1)
Naar het Fotofestival in Naarden waar we een overdosis portretfoto’s voor de kiezen kregen.
‘Nóg een prent van Simon Vinkenoog en ik sta niet voor mezelf in,’ mopperde S.
Ze vond troost in de ultra slow motion filmpjes van Veysi Yildirim.
Onderwijl vertraagde ik de pas bij A new kind of beauty van fotograaf Phillip Toledano, een verkenning van de grenzen van de plastische chirurgie:
In dit specifieke geval stond als behandelend arts vermoedelijk Richard Corben ingeroosterd.
Ik zocht naar een schabberige veertiger met linnen tasje die om deze kwinkslag zou kunnen lachen.
Niemand.
Dan voel ik me in de moderne-kunstwereld toch minder eenzaam.
vrijdag 3 juni 2011
Klopjacht
Plezant knorrige mail uit Namen omdat ik in deze blog het lokale veilinghuis heb beticht van het afhameren van vodden en lorren. Bij wijze van penitentie wil ik de medewerkers van Rops wel bijstaan in de klopjacht waarmee ze momenteel flink de publiciteit halen.
De politie vraagt uw aandacht voor het volgende:
Op vrijdag 20 mei 2011 werd in het veilinghuis Rops te Namen (Namur) een zeldzaam exemplaar van Le Crabe aux pinces d’Or gestolen. Een bewakingscamera heeft de dief kunnen registreren:
De man, 45 tot 50 jaar, droeg een bril en een donker jasje, vermoedelijk driekwart in leder en jeans. Hij ging vergezeld van een vrouw, vermoedelijk dezelfde leeftijd, korte donkerbruine haren. Zij droeg een handtas in appelgroene kleur. Het paar ging ervandoor in een kleine, blauw/paarse bestelwagen, Citroën, type C15. Op de plaats van het misdrijf werd een papiersnipper gevonden met het woord KARABOUDJAN.
Herkent u de man op het videobeeld? Heeft u tips omtrent de betekenis van het woord KARABOUDJAN? En snapt u waarom bewakingscamera’s altijd onscherpe beelden schieten? Stuur dan een mailtje naar rops@rops.be of neem contact op met uw plaatselijke politiebureau.
Einde bericht.
woensdag 1 juni 2011
Andere levenslijnen (7)
Miró in zijn atelier, begin jaren zestig, bij zijn Chico con cresta #1: een verjaardagscadeau voor zijn goede vriend Georges Remi. Die reageerde er uiterst koeltjes op, herinnerde de Catalaanse kunstenaar zich vele jaren later in een interview met de Franse staatsomroep:
‘Georges beleefde in die periode zijn internationale doorbraak als kunstschilder, die wilde op geen enkele wijze meer herinnerd worden aan zijn verleden als striptekenaar. Dat wist ik. Natuurlijk wist ik dat! Ik had hem zien stralen toen het Metropolitan besloot twee abstracte doeken van hem aan te kopen. Weet u, met ‘Chico’ sloot ik me op mijn manier aan bij de deplorabele zielen die geen afscheid konden nemen van zijn alter ego Hergé. Kinderlijk, u zegt het. Maar verdomme, ik miste Kuifje!’
dinsdag 31 mei 2011
Het prul (2)
Wie was dat, die huishoudster van Hergé?
‘Christina Fernandez. Een beroerd schoonmaakster, maar een prinses met de plumeau. Waar het oog op viel, daar veegde ze wat. Maar tussen de kussens van de banken, bovenop de kast in de keuken, in de koelkast en in het afvoerputje van de douche: daar kwam ze nooit! Hergé ergerde zich er kapot aan. Maar hij durfde haar niet te corrigeren.’
Geen ruggengraat…
‘Nee. En ze was toch ook wel een vriendelijke vrouw. Hij smolt voor haar toen ze zijn Miró-imitatie onder ogen kreeg.
Oh, señor Ergé, lo que es bonita! Se ve como un verdadero Miró!
Dus toen Hergé niet veel later hoorde dat Christina moest trouwen, bedacht hij dat hij op die manier toch ook wel makkelijk van het prul kon afkomen.’
En een prul is het!
‘Klamme oksels om de klamme lijn, zullen we maar zeggen.’
(Met dank aan Scudder)
maandag 30 mei 2011
Het prul (1)
Ah, daar is ie weer!
‘Het huwelijkscadeau van Hergé aan zijn huishoudster. Eén van de twee. Stond in de veilingcatalogus van Rops voor 10 à 15.000 euro en werd vorige week afgehamerd op het dubbele: 28.000 euro. Exclusief opgeld.’
35.000 euro voor dat… dat…?
‘Tsja, van een afstandje lijkt het al niet veel. Ga je er met je neus bovenop staan dan wordt het alleen maar erger. Alle spanning ontbreekt. Een gevoel van plaatsvervangende schaamte borrelde omhoog; is dit van mijn geliefde tekenaar?’
Die schaamde zich er toch zelf ook voor?
‘Zeker, hij wilde zijn schilderwerk aan bijna niemand tonen. Bij hoge uitzondering heeft hij twee doeken prijsgegeven aan de buitenwereld - geruild met de bevriende galeriehouder Marcel Stal, voor een werkje van Fontana. Tien jaar geleden werd er eentje geveild in Parijs. De rest bleef in beheer van Fanny.’
En dan zou hij er zomaar twee aan zijn huishoudster hebben gegeven?
‘Onvoorstelbaar natuurlijk. Als Hergé haar iets van zichzelf had willen geven, dan zou hij wel een tekeningetje hebben gemaakt met een vriendelijke opdracht. Maar nu ik dat schilderij van dichtbij heb gezien, bedenk ik dat er ook een andere mogelijkheid is.’
Vertel!
(Morgen verder)
donderdag 26 mei 2011
Het moet maar eens gezegd (2)
Vriendelijke mail van een A la recherche-lezer die verwijst naar een afbeelding van SOVIETS in de eerste Chronologie-band van Goddin. De spatiëring van de titel die op het origineel flodderig is...
...is op deze nimmer gebruikte variant bijna te keurig:
Mij trof vooral de oogopslag van Kuifje en Bobbie. Als dit het definitieve omslag was geworden, waren de reporter en zijn foxterrier hun loopbaan buitengewoon terneergeslagen begonnen.
Maandag: “Een gevoel van plaatsvervangende schaamte borrelt omhoog; is dit van mijn geliefde tekenaar?”
dinsdag 24 mei 2011
Oplappen (2)
Wie een oude woning oplapt, begint bij de fundamenten. Met een oud stripalbum is het niet anders. Pakken we het lesmateriaal er nog eens bij:
...dan luidt de vraag: waar in hemelsnaam te beginnen?
Met het ruggetje?
Kijk nog eens goed.
Juist. Met de belettering.
De Cigares uit 1942 heeft een werkelijk fenomenale omslagtekening die om zeep wordt geholpen door de ligging van de titel. Let op het fundamenteel misplaatste (want bijna onleesbare) voorzetsel:
Daar gaan we iets aan doen!
En dit is wat we nodig hebben:
Een 3M Scotch Brite Hi-Tech microfibre doekje plus - en dat is de truc - een flesje Buffalo Ammonia. Kleine hoeveelheid aanbrengen op het doekje, goed wrijven:
Een opschoontechniek die prima werkt bij Casterman-albums.
TIP: Vervang bij de uitgaven van Moulinsart (met name bij hun auteursrechtelijke dwangbevelen) het doekje door een staalspons.
In een volgende les maken we een nieuwe belettering met behulp van een kappersschaar en een oude krant.
maandag 23 mei 2011
Oplappen (1)
Een nogal erbarmelijke Cigares uit 1942 (hoewel het natuurlijker altijd beroerder kan). Veilinghuis Rops prees de ravage aan als een exemplaire à restaurer.
Die uitdaging nemen we aan.
Morgen les 1 van de cursus Hoe repareer ik mijn haveloze Kuifje-albums? De vermaning* van Jeanette Winterson leggen we naast ons neer.
*) We stoppen zoveel geld in allerlei restauraties omdat we geen vertrouwen hebben in het heden.
donderdag 19 mei 2011
Irrelevant
Goscinny en Morris op het dak van De Bijenkorf. Amsterdam, 27 mei 1971. Schijtlaars Uderzo bleef liever op straatniveau:
Volgende week veertig jaar geleden, maar alleszins irrelevante beelden.
En toch.
Kijk eens goed naar die rotzooi op de Dam. Een jochie was ik nog. Mijn vader dreigde mijn ribben te breken als ik het waagde me daar te vertonen.
woensdag 18 mei 2011
Eyes wide shut
Sinds gisteren weten we dat Amélie Poulain een broertje heeft:
Maar wie zijn ogen sluit, ziet veel door de vingers.
dinsdag 17 mei 2011
Rops
Naamgever van Veilinghuis Rops is overigens de schilder, graficus en geilneef Félicien Rops die al in de 19e eeuw tegen nogal wat schenen schopte met fraaie prenten van masturberende nonnen en beffende lesbo’s * lesbiennes.
De dames en heren van het veilinghuis hebben inmiddels een geheel eigen, scabreuze specialiteit ontwikkeld: het afhameren van vodden en lorren.
Salle de Ventes Rops, mei 2009:
Salle de Ventes Rops, mei 2011:
Mauvais état, dos absent, nombreuses pages effilochées et quelques manques.
Geschatte opbrengst: 1200 euro. De libertijn Félicien (groot liefhebber van Vlaamse jongedames) had voor dat bedrag beslist heel andere pleziertjes bekostigd.
*) Afgezwakt op verzoek van S.
maandag 16 mei 2011
Zonder titel
Wat hebben we hier?
Peinture abstraite de Hergé. Sans titre. Huile sur toile. Indication au dos de la toile : 6-63. Un certificat du Comité d'Authentification des oeuvres d'Hergé sera délivré. Dimensions : 60x50cm.
Veilinghuis Rops* schat ‘m in op 10 à 15.000 euro.
Laten we zeggen dat ik ‘m niet direct in het zicht zou durven hangen.
Die geinige studiofotootjes van Michel Demarets zijn me ook veel liever:
*) KLIK voor de catalogus.
Nachtmerrie
Evengoed moeten we hier signaleren hoe Hergé kon lonken naar de Klamme Lijn.
Klare Lijn:
Semi-Klamme Lijn:
Klamme nachtmerrie:
Ter gelegenheid van zijn 104de verjaardag presenteert Hergé aanstaande zondag de nieuwste revisie van De Zwarte Rotsen. Zijn medewerker Bob de Moor zal aanwezig voor het beantwoorden van vragen. Uw komst wordt bijzonder op prijs gesteld.
donderdag 12 mei 2011
Het mysterie van de Klamme Lijn (3)
Donderdagavond 11 november 2009, even na acht uur, gaat de telefoon van André Taymans. ‘Met Patrick. Lukt ’t een beetje daar?’ André heeft een afkeer van dit soort gesprekjes, maar hij beheerst zich. ‘Bijna klaar,’ zegt hij. De School van de Klamme Lijn heeft hem geleerd flegmatiek met leugentjes om te gaan .
De waarheid is dat de 42-jarige striptekenaar al meer dan tien uur worstelt met de scriptaanwijzingen van zijn vriend en collega Patrick Delperdange:
LEFRANC besluipt DE VILLA van de SCHURK en probeert DE WOESTE WAAKHOND te omzeilen.
André heeft, ter inspiratie, De Zwarte Rotsen bestudeerd. Kuifje dringt het landgoed binnen van de boosaardige dr. Müller:
Die muur... Hij weet het niet. Maar het ‘sluipen’ lijkt niet zo heel moeilijk te tekenen:
De hond daarentegen:
De tekenaar zucht: het is wel een heleboel beweging. Na vruchteloze pogingen om Lefranc over een muurtje te laten klauteren, heeft hij gekozen voor een veel galantere, ja bijna intellectuele oplossing. De held staat voor de vrije toegang van het landgoed (er is geen hek, er is geen poort) en mijmert:
Het sluipen bleek lastiger dan gedacht. Maar de bomen van collega Erwin Drèze maken het nog best aanvaardbaar:
Met de hond zit André in zijn maag. Tenslotte kiest hij voor de antithese van de woeste waakhond. Het gevaar zit in de hond, waarom zou je dat moeten uitbeelden?
Donderdagavond 11 november 2009, iets voor twaalven, legt André Taymans de laatste hand aan een long shot waarin de held LEFRANC een WOESTE WAAKHOND omzeilt en naar een DEUR snelt:
Een deur.
De tekenaar huivert.
Het wordt een lange nacht.
dinsdag 10 mei 2011
Het mysterie van de Klamme Lijn (2)
Beeldrijm:
Boven: Suspense bij Tibet.
Onder: Machteloosheid bij André Taymans.
D. zond me ongevraagd en ongewild het eenentwintigste deel (ik word zoetjesaan oud) uit de Lefranc-reeks omdat hij zich vrolijk maakte over het titelblad: ‘Daar staan acht namen op, acht medewerkers! En dan met zoiets aankomen…’
Ik was vooral verbaasd.
Als de Klamme Lijn al paradepaardjes voortbrengt dan lijkt ‘De Vervloeking’ me het nec plus ultra. Allengs raakte ik gedeprimeerd van zoveel onvermogen in vertel- en tekenkunst.
Taymans c.s. is niet te benijden. De Klamme Lijn-tekenaar verdoezelt en zoekt in zijn werk voortdurend naar (onbevredigende) compromissen. Als een HELD wordt NEERGESLAGEN is dít wat de lezer wil zien:
Maar als de tekenaar domweg geen actie kan verbeelden (lees: geen bewegende poppetjes kan tekenen), is dit alles wat hij zijn lezers te bieden heeft:
Geen actie, maar iets wat op een rebus lijkt (hand met ploertendoder!). Tien pagina’s later gaat ie (hand met baco!) in de herhaling:
De hand met de bleekselderij plaatsen we een volgende keer.
Nota bene: ik kwam in ‘De Vervloeking’ eenmaal de held in een houding tegen die niet ongelukkig is getekend. Taymans is er zo tevreden mee dat ie ‘m meteen twee keer gebruikt:
Vraag van de dag: uit welk stripalbum heeft André Taymans deze positie overgetrokken?
Donderdag ploeteren we verder.
maandag 9 mei 2011
Het mysterie van de Klamme Lijn (1)
Ketelpak aan, neusklemmetje op: deze week bieden we onderdak aan het kramakkele neefje van la Ligne Claire.
Willkommen, bienvenue, welcome: Klamme Lijn!
Aan een exacte definiëring van het begrip ga ik mijn vingers niet branden. Laten we ons beperken tot de vaststelling dat het een noodgedwongen stijl is voor tekenaars die niet kunnen tekenen. Daarbij plaatsen we de kanttekening dat niet zozeer de lijnen klam zijn als wel het zweet van de beunhaas die voortdurend moet bluffen dat hij taal kan omzetten in (aantrekkelijk) beeld.
Een illustratie:
Stel, de scenarist van een avonturenstrip heeft de volgende dramatische situatie bedacht: er is een PERSONAGE dat OP ZOEK IS NAAR IEMAND en daartoe EEN DEUR OPENT*. Spanning bij de lezer, want: wat schuilt daarachter?
In de Klare Lijn kan de tekenaar het als volgt verbeelden:
In de Klamme Lijn is - met uiterste inspanning en met een lineaal - het best haalbare hoogstens dit:
Het verschil is helder, maar de psyche van de School van de Klamme Lijn blijft diffuus. Immers, als het best haalbare tevens het slechtst denkbare is, waarom wil je dan zo graag striptekenaar zijn?
*) Zonder deur geen contemporain avontuur! Hergé heeft zijn GEHEIM VAN DE EENHOORN zelfs voor een belangrijk deel opgebouwd uit ‘scènes bij de deur’ waarbij de langste over drie pagina’s is uitgesponnen (pagina 12-14).