maandag 9 mei 2011

Het mysterie van de Klamme Lijn (1)


Ketelpak aan, neusklemmetje op: deze week bieden we onderdak aan het kramakkele neefje van la Ligne Claire.

Willkommen, bienvenue, welcome: Klamme Lijn!

Aan een exacte definiëring van het begrip ga ik mijn vingers niet branden. Laten we ons beperken tot de vaststelling dat het een noodgedwongen stijl is voor tekenaars die niet kunnen tekenen. Daarbij plaatsen we de kanttekening dat niet zozeer de lijnen klam zijn als wel het zweet van de beunhaas die voortdurend moet bluffen dat hij taal kan omzetten in (aantrekkelijk) beeld.

Een illustratie:

Stel, de scenarist van een avonturenstrip heeft de volgende dramatische situatie bedacht: er is een PERSONAGE dat OP ZOEK IS NAAR IEMAND en daartoe EEN DEUR OPENT*. Spanning bij de lezer, want: wat schuilt daarachter?

In de Klare Lijn kan de tekenaar het als volgt verbeelden:


In de Klamme Lijn is - met uiterste inspanning en met een lineaal - het best haalbare hoogstens dit:


Het verschil is helder, maar de psyche van de School van de Klamme Lijn blijft diffuus. Immers, als het best haalbare tevens het slechtst denkbare is, waarom wil je dan zo graag striptekenaar zijn?


*) Zonder deur geen contemporain avontuur! Hergé heeft zijn GEHEIM VAN DE EENHOORN zelfs voor een belangrijk deel opgebouwd uit ‘scènes bij de deur’ waarbij de langste over drie pagina’s is uitgesponnen (pagina 12-14).