donderdag 23 juni 2011

Ravage (3)



Het ritje over de markt van Arturo Cartoffoli. Niet toevallig dezelfde markt waar Theo van den Boogaard zijn mosterd haalt. Zie eens hoe Hergé hier sjoemelt met het tijdsverloop. Indachtig de snelheid van Arturo’s Lancia Aurelia zou op dit, door de tekenaar bevroren moment, de worstenkraam bezig moeten zijn met instorten. Maar we zijn een fase verder: de kraam ligt al plat en iemand kijkt zelfs verschrikt op vanachter het zeil. Houden we ons strikt aan het verloop van de tijd dan moet de kraam reeds zijn ingestort vóór Arturo de markt opreed.
Veel meer synchroon met de gebeurtenissen is dan weer de val van de man op het terras, schuin daarboven. Hoewel, wonderlijk is toch dat glaasje dat niet van tafel wil en de zwaartekracht tart.

Overigens zegt Van den Boogaard dat hij in zijn stadstekeningen vol ontwrichting telkens een rustpunt wil creëren (bijvoorbeeld een stukje blauwe lucht). Hergé metselt zijn chaos daarentegen helemaal dicht. En slaat daarin nogal door. Let eens op de man in de linkerbovenhoek, onder de manden met ganzen. Hij valt overduidelijk buiten het spoor van Arturo’s auto en kan er dus ook geen slachtoffer van zijn. Waarom ligt hij daar dan? Gevalletje verzekering oplichten?


Maandag: geritsel in de wondere wereld van E.P. Jacobs