maandag 2 oktober 2017

Het malle album (2)


Het is hier nog steeds Zwarte Rotsen-week. Dus sla de kilt maar om (de plooien naar achteren), hijs de kousen op (en vouw ze tot onder de knietjes) en vul de veldfles met Loch Lomond (kom, niet zo zuinigjes...) – we gaan wandelen vandaag:


Een flink eind, merkt Kuifje hier op. Twintig mijl richting de Schotse kust, tot Kiltoch.

Niet toevallig is dit een van de dertigtal plaatjes die door niemand minder dan Hergé uit de édition alternée van ÎLE NOIRE zou zijn geknipt. Bij vier van die knipwerkjes, waaronder deze, bedachten ze bij online veilinghuis Catawiki een verklaring. In dit geval luidt het argument als volgt:

When walking through the moorland towards the Black Island Tintin, in kilt, holds his walking stick in a way that would make it impossible to swing it above his head like he does in a following panel. The scene is cut out and is of course corrected in the redrawn 1965 version.

Als bewijsmateriaal gebruikt men het volgende drieluikje (de nummering heb ik eraan toegevoegd, net als die onbehouwen wijsvinger):


Ik vind het erg vergezocht - en bovendien: het is papperlapap. Om het ‘bewijs’ rond te krijgen, negeert het veilinghuis doodleuk dat er in het album tussen plaatje 1 en plaatje 2 nog twee tussenliggende plaatjes liggen waarin van alles gebeurt, kijk maar:


Ook het tijdsverloop wordt veronachtzaamd of over het hoofd gezien. Plaatje 1 is het begin van de wandeling, bij plaatje 2, waarop de stok omhoog zwiept, moeten we inmiddels al uren verder zijn. Het luidt een komisch intermezzo in met de arme Bobbie:


Au!

... aan het eind waarvan Kuifje opmerkt dat hij de zeewind reeds voelt: ‘We naderen.’

Enfin, zoetjesaan begin ik me af te vragen welke zoetwatermatroos de apekool in die malle kaveltekst heeft toebereid.

Maar niet drentelen nu, we hijsen de Schotse kousjes nog eens op, nemen een ferme slok en vervolgen onze weg:


Deksels, we zijn er al, een loopje van niks! Ook Kuifje belazert de kluit, met z’n twintig mijl… Overigens moeten we Bob de Moor c.s. inmiddels een schouderklopje geven. Zijn aankomst in Kiltoch is beslist sfeervoller:


En dat geldt eigenlijk ook voor die andere aankomst – bij, eindelijk, de Zwarte Rotsen. In het oude album valt deze quintessentiële passage toch wel een tikkeltje tegen:


In de revisie is ie alleszins grootser en dreigender:


Wel wreekt zich nu de starre eis van Hergé dat er aan de opbouw van de pagina’s niks mag worden veranderd. In de studio zaten ze met een probleem: als je een plaatje vergroot (de aankomst), heeft dat consequenties voor de rest van die pagina. In de revisie ondervangt men dat door van vier naar vijf stroken te gaan. Daarbij moesten de resterende plaatjes wel, ondanks de dwingende voorwaarde van de Tekenaar (...ni le découpage n’ont changé...), worden gekortwiekt, zoals deze:


Juist daardoor zijn ze weer minder ‘groots en dreigend’ dan het origineel:


Ja, waarde lezer, zo is er altijd wat in het universum van Hergé!


Woensdag: Hoe ook de geniale Hergé er een potje van maakt.