Stilletjes uit bed geslopen, grote venster op de tweede verdieping wijd opengezet en een briefje in de vensterbank achtergelaten:
‘Wat mij betreft, alleen door een wonder kan ik behouden blijven.’
S. ziet daar de lol natuurlijk weer niet van in. ‘Halvegare!’ moppert ze, als ze me heeft gevonden, met de ochtendkrant in het tuinhuisje. ‘Zeg nou gewoon eens dat m’n veter loszit.’