Hoe krijg je je partner ten slotte zo gek dat ze haar boekenkast opoffert voor een grafiek van drie bij twee*?
Nou, zó bijvoorbeeld.
‘We halen ‘m met z’n tweetjes op.’
- Mwah.
‘En we plakken er een paar dagen Parijs aan vast, gaan naar de grote Aragon-tentoonstelling.’
- Maar hoe wou je dat ding dan mee terug nemen?
‘Met… dit.’
Een uitdraaitje van internet als troefkaart.
Niet weinig trots ben ik op mijn sprankelende inval om een klassieke fourgon te gaan huren, een Citroën HY van gegolfd plaatijzer, met dubbele voorruit en zelfmoorddeurtjes. S. heeft een foto op haar werkkamer waarop ze poseert voor zo’n ding: vanuit de open flank wordt een filmset gecaterd. Theo van Gogh staat er ook op; de enige afbeelding die ze verdraagt van haar voormalig opdrachtgever en stalker.
- En mag ik rijden?
‘Natuurlijk.’
- Heen én terug?
‘Wat jij wilt, wat jij wilt...’
Bedremmelde glimlach omdat ze weet dat ze ‘ja’ gaat zeggen tegen iets dat ze helemaal niet wil. En ik schrijf dit allemaal nogal triomfantelijk op, maar voel me niettemin een luizige afperser.
Nu ja.
Alles voor de kunst!
*) Maar zeg, wat doen die maten ertoe? ‘Ontmoeting in dominant septiem’ (te plat vertaald, hoop ik…) is zo’n ongedwongen werk waarop de maker heeft geploeterd om het onaf te laten lijken. De antithese van Hergé’s eeuwige zoektocht naar volmaaktheid.