dinsdag 19 juni 2018

Peter de Smet kwam daar ook



Willem: ‘De Blauwe Kalebas!’
Gerard: ‘De GroeneDe Groene Kalebas. Tweede Weteringdwarsstraat. Peter de Smet kwam daar ook, stond buiten een mozaïekje te leggen als ie er te veel had weggetikt. Wanneer is dit?’
W: ‘Ik denk tijdens de eerste Dag. Die lul die in de camera kijkt…’
G: ‘Is dat Van Wilgen Schorel?’
W: ‘Precies. Die was er de tweede Dag niet meer bij.’
G: ‘Nee. Nou je het zegt. Getverdemme!


Gerard: ‘De derde Dag. In de poffertjeskraam! En nog met Van Duffelen-Figée.’
Willem: ‘En Sombeek-Brandtjes, met z’n hautaine ponem.’
G: ‘Verdomd! Onuitstaanbare natte tosti, altijd drammen over de drie concentrische cirkels waarin de Avonturen zich afspelen.’
W: ‘Afschuwelijke CV-rukker. Verloor een oog bij het zooien met Boecop-Creutz.’


Gerard: ‘Pleister aan je neus, Willem?’
Willem: ‘Haha, nee, de stank van de jaren zestig. Herken je De Geer Dibbets?’
G: ‘Schuin onder je. Aan tafel met... Jezus, dat is Monique! Die had alle jaargangen van de PV, zelf ingenaaid, in Franse Band.’
W: ‘Edelpappband.’
G: ‘Ik mocht er niet aanzitten.’
W: ‘Ze was ook geen hertje om te tackelen, Monique. Later is ze overgestapt naar de Kresse Kring. Ze vond het allemaal te wild worden.’



Gerard: ‘Nou, het werd vooral te massaal.’


Willem: ‘Ja gast, veel te massaal. Is dat nou Van Wijck-De Kempenaer, die de lens zit af te neuzen?’