Vallen ze mee of vallen ze tegen, de alternatieve SOVIET-albums waarin elke verwijzing naar het polariserende zwart-wit is weggepoetst? Vooropgesteld dat ik zeer gehecht ben aan een primaire pagina als deze…
…snap ik ook dat we verfijningen niet halsstarrig moeten bestrijden. Een aanpassing van de oorspronkelijke boekuitgave (als uitvloeisel van het veelbesproken Kuifje-pact) kan immers tegemoetkomen aan legitieme gevoeligheden.
Enfin, ik toon bovenstaande plaat (gepubliceerd op 9 januari 1930) niet voor niets. Onze jonge reporter, op de huid gezeten door Sovjet-agenten, zaait verwarring door het licht uit te doen en Hergé tekent dan, als cliffhanger, een gitzwart plaatje – een abstractie die hoe dan ook denken doet aan het iconische Zwart Vierkant van Kazimir Malevitsj. Hoe geef je daar in hemelsnaam kleur aan zonder die artistieke toespeling om zeep te helpen?
De keuze die de inkleurders maakten voor de Regenboogeditie van SOVIETS is in al haar eenvoud fenomenaal:
Het zwart van Zwart Vierkant is hier schijnbaar achteloos vervangen door het rood van Rood Vierkant (ook bekend onder de verrukkelijke titel die de kunstenaar er zélf aan gaf: Schilderkunstig realisme van een boerenvrouw in twee dimensies).
Mooi* gedaan!
Minder te spreken ben ik over de Mondriaan-editie van SOVIETS:
Je moet er maar opkomen om de ene grote abstracte kleurvakschilder te vervangen door de ander - en in de bijstelling van Zwart Vierkant valt dat beslist goed uit - maar het album als geheel is door het overheersende neoplasticisme volstrekt onleesbaar geworden.
Over de derde en laatste alternatieve SOVIETS-versie, de zogenaamde Édition sans maquillage, kan ik kort zijn: ik herkende er meteen mijn vader in.
*) Van belang is te weten dat het Russische bijvoeglijk naamwoord красный (krasnyj, krasnaja) vroeger naast ‘rood’ ook ‘mooi’ betekende.