Biografische roman over de geestelijk vader van Kuifje, met als titel de bijnaam die zijn uitgever voor hem had bedacht: Haddocks hersenen heten Hergé. De Britse auteur Andy Serkis concentreert zich op het zware auto-ongeluk dat Hergé op 17 februari 1952 trof. Poogde de uitgeputte tekenaar een einde aan zijn leven te maken? Had hij te veel gedronken? Het interessante aan Serkis’ boek is zijn reflectie op de verhouding feit en fictie in de geschiedschrijving. Die overwegingen leiden tot een modernistisch commentaar van de schrijver op zijn eigen praktijk. Zo creëert hij de mogelijkheid zonder de feiten geweld aan te doen op gemarkeerde plaatsen te ‘fabuleren’ over wat de bronnen niet verklappen. Terloops schetst hij een aangrijpend beeld van depressie en drankmisbruik in de gouden jaren van het Belgische beeldverhaal.
‘Een instant-klassieke vertelling […] de beste roman van 2017. Serkis bereikt met zijn literaire experiment in zekere zin de onsterfelijkheid’- Geert De Weyer in De Morgen
‘Men zou het de auteur bijna kwalijk nemen, zoveel emoties als hij ons schenkt’ – Joost Pollmann in de Volkskrant