Fritz Lang en partner Thea von Harbou in hun Berlijnse appartement, najaar 1924. Maar neem vooral nota van het opmerkelijke wandtapijt. Dan is de botanische stoffering van Céroux-Mousty toch een tikkeltje euh... minder elegant.
Von Harbou publiceerde twee jaar nadien een roman waarvan de eerste druk inmiddels een bibliofiele utopie is. Voor het stunning art deco dustjacket van de Engelstalige uitgave (uit 1927) ben ik zelfs bereid mijn obsessie voor nieuwstaat opzij te zetten:
Een boek dat moeiteloos past in de gietijzeren vitrine naast het enkele jaren jongere SOVIETS. Tussen Von Harbou en Hergé loopt immers een klare lijn.
Morgen: een verraderlijke snijboon.