In 1929 verscheen van de vlijtige Von Harbou Frau im Mond, een roman die een jaar later in de Verenigde Staten werd uitgegeven als De raket naar de maan (rechtsonder, met gedecimeerd stofomslag).
Echtgenoot Fritz had het boek toen al verfilmd. De ingrediënten van deze wat netelige potpourri van sciencefiction en melodrama komen de doorsnee Kuifje-lezer bekend voor. Huib van Opstal maakte in zijn Essay RG een aardige opsomming:
Een zonderlinge professor die een maanraket bouwt, passagiers op britsen, een verstekeling, loden schoenen, voetsporen op de maan, een val in een maangrot, een spion, een schietpartij tussen passagiers, één zuurstoffles te weinig en één passagier die zich opoffert.
Er is ook een personage genaamd Wolf aan boord. Overigens niet de verrader, die rol is weggelegd voor der Mann, der sich derzeit Walt Turner nennt:
‘Wulps kapsel wel,’ zegt S.
Maar goed.
Ook een snijboon die, vrees ik, geen gek figuur zou slaan in de coterie van Hergé.
Morgen: Liefde, Haat, Nijd, Zaligheid en Verdoemenis.
dinsdag 30 november 2010
Bronnen (2)
maandag 29 november 2010
Bronnen (1)
Fritz Lang en partner Thea von Harbou in hun Berlijnse appartement, najaar 1924. Maar neem vooral nota van het opmerkelijke wandtapijt. Dan is de botanische stoffering van Céroux-Mousty toch een tikkeltje euh... minder elegant.
Von Harbou publiceerde twee jaar nadien een roman waarvan de eerste druk inmiddels een bibliofiele utopie is. Voor het stunning art deco dustjacket van de Engelstalige uitgave (uit 1927) ben ik zelfs bereid mijn obsessie voor nieuwstaat opzij te zetten:
Een boek dat moeiteloos past in de gietijzeren vitrine naast het enkele jaren jongere SOVIETS. Tussen Von Harbou en Hergé loopt immers een klare lijn.
Morgen: een verraderlijke snijboon.
donderdag 25 november 2010
Herlezen (3)
Een A la recherche-lezer stuurde me deze link, voor de goede verstaander een historisch addendum bij BOLLEN.
Eén (1) muisklik naar de bron.
Met weemoed dacht ik aan mijn kinderjaren waarin zoveel zo onmetelijk onbereikbaar leek en ik blij was met alles.
(Maar maandag meer)
dinsdag 23 november 2010
Herlezen (2)
BOLLEN, plaat 12. Kuifje en Haddock zijn backstage op zoek naar de kleedruimte van generaal Alcazar alias Ramon Zarate. Voor de onzekerheid van de kapitein durft Hergé zomaar drie plaatjes in te ruimen. Let op de geestige (want: repetitieve) dialoog:
Plaat 14 en verder. De omslag. Na hun ontmoeting met de generaal stuurt Hergé zijn helden terug naar de zaal. Hij heeft Haddocks twijfel ingeruild voor - heel herkenbaar en daarom zo knap - een op niets gebaseerde zelfverzekerdheid. De arrogante kordaatheid is van alle kanten prachtig weergegeven:
Volgt een fenomenaal getimede klucht die eindigt in de orkestbak.
Enfin.
Hergé.
Onthoud die naam.
maandag 22 november 2010
Herlezen (1)
In Brugge hoorden we het Balanescu Quartet een ode spelen aan Maria Tãnase, zeg: de Roemeense Bianca Castafiore. Prettige en hoopvolle muziek, maar het pluche in de Stadsschouwburg bleek nog niet voor de helft gevuld. Tijdens de stuwende Aria moest ik onwillekeurig denken aan de Music-Hall waarin Ramon Zarate voor een uitverkochte zaal zijn dolken werpt en Haddock de show van Bruno, koning der goochelaars, ruïneert.
‘Wat lach je nou?’ gromde S.
De volgende avond herlas ik de komieke prelude op het avontuur met de kristallen bollen. En vooruit, laat ik het nou gewoon eens recht voor z’n raap zeggen: Die Hergé, wat was is ie toch goed.
maandag 15 november 2010
Time-out
‘Ik las,’ zei D. ‘iets over een tekenaar die altijd een bed had klaarstaan naast zijn witte vel papier, zodat hij onmiddellijk kon gaan slapen als hem niets te binnen schoot.’
(Volgende week verder...)
donderdag 11 november 2010
Andere levenslijnen
Ter Kamerenbos / Bois de la Cambre, omstreeks 1940. Germaine en Georges met dochter Elisabeth. Ontvlucht halverwege de jaren vijftig de beklemming van Céroux-Mousty en lift naar Parijs. Ontmoet Jean-Luc Godard. Kleine rollen in A bout de souffle en Une femme est une femme. Schildert. Doet modellenwerk voor Jardin des Modes. Onstuimige relaties met Serge Gainsbourg, Roger Vadim en de Amerikaanse correspondent van Sartres Les Temps modernes die haar liefkozend Sinsin noemt. Met hem verstoort zij in 1963 de Parijse lancering van BIJOUX DE LA CASTAFIORE (Foto onder, links).
Sluit zich begin jaren zeventig aan bij La Gauche Prolétarienne, een maoïstische organisatie die in zijn radicaliteit tot geen enkele concessie bereid is. Bezoekt als Rode Gardist de Chinese Volksrepubliek (in ’72). Komt op de terugvlucht bij een vliegramp in het Nepalese luchtruim om het leven. Moeder Germaine is ervan overtuigd dat zij nog in leven is. Georges verbiedt haar te gaan zoeken. ‘Elisabeth heeft me te veel verdriet gedaan,’ verklaart hij onverzoenlijk, kort voor zijn sterven op 3 maart 1983.
dinsdag 9 november 2010
Brussel (2)
Zegt curator Jean-Claude over Schatten van het Europese Stripverhaal (’50 originelen van beroemde platen: van Alain de Saint-Ogan en Hergé tot Peter Madsen en Joann Sfar’): ‘Waarom honderd euro uitgeven aan een passepartoutsnijder als je met een aardappelschilmesje evengoed aan de slag kunt? Cela ne me fait ni froid ni chaud!’
Voorbeeld 1 van vijftig (50!) verknoeide passepartouts met vals verstek:
Niet altijd passend bovendien:
En met niet uitgegomde snijlijnen:
Korte toelichtingen uitgedraaid op een A4-tje, rafelig afgescheurd:
De complete knoeiboel ten slotte weggeborgen in lamentabel lijstwerk:
Hergé in een brief aan zijn Germaine, 1932: ‘Wil je me geloven, er is niets zo lelijk als liefdeloosheid.’
maandag 8 november 2010
Brussel (1)
Guilty pleasures in Brussel. ’s Avonds aanschuiven in La Truffe Noir waar chef Luigi Ciciriello de liefde bedrijft met witte en zwarte zwammen. ’s Morgens de oorlog opsnuiven in de urbane war zone die Congresplein heet.
In België koken ze de sterren van de hemel, maar het zijn beroerde hoveniers.
Voor:
Na:
S. schoot die tweede foto gisterochtend, op een steenworp afstand van de Zandstraat. Ook daar kan een mens in verrukking raken van het verval. En daar is ook het Centre Belge de la Bande Dessinée (‘Stripcentrum’ klinkt dan weer zo vulgair...) Ik was er lang niet geweest én, zoals S. fijntjes opmerkte, er was sindsdien ook niet meer gestofzuigd.
Toen we Schatten van het Europese Stripverhaal betraden (‘een uitzonderlijke selectie originele platen die in het Europa van de laatste honderd jaar tot stand zijn gekomen’) maakten de laatste truffeloprispingen pas op de plaats voor opspelend gal. Zie hier de lijst met direct verantwoordelijken:
Wat een knoeiers... En wat een harteloze onverschilligheid!
(Morgen verder)
donderdag 4 november 2010
Schnitzels
Het associatieve brein:
Hierboven: Hergé, 1956. Hieronder: Disney, 1942.
De post bracht Disney’s ‘On the Front Lines’ - en ik zou liegen als ik zeg dat dat afgelopen week was, of zelfs afgelopen maand. Na krap een jaar haalde ik gisteravond de dvd’s met propaganda- en trainingsfilmpjes uit WOII uit de verpakking. Er zat veel fraais tussen (de dreigende schaduwen in Education for Death!) en veel wat nogal verveelde (een instructiefilm voor effectief klinkhameren…).
In ‘Stop that tank!’* komen de dorre lessen in het gebruik van een antitankwapen gelukkig pas aan bod ná een sublieme animatie. Hitler zit in een tank die zich roert als een onstuimige puppy. Hij spreekt Duits zoals we dat op het schoolplein deden: met veel schnitzels erin. Ik moest er herhaaldelijk om lachen.
Aan het slot bleef de What if-vraag hangen:
Wát als de manschappen van Plekszy-Gladz dit filmpje hadden gezien en er hun lessen uit hadden getrokken?
*) Een upload van ‘Stop that tank!’ staat op YouTube
woensdag 3 november 2010
Smartlap
Uit Nieuwe Tilburgse Courant , 23 september 1901:
De ontknoping is, ik waarschuw u maar vast, zeer zeker niet geschikt voor weekhartigen:
dinsdag 2 november 2010
Expressief vacuüm
‘En, wat vind je van Haddock?’ vraagt D. die me een link stuurt naar dit:
Wat vind ik van Haddock? Tsja. Mij lijkt vooral zijn gebit een knipoog naar de zwarte rotsen van zijn schepper. Waar is de Klare Lijn?
Spielberg c.s. zien over het hoofd dat Hergé een meester was in de orthodontie: de gebitten van zijn helden zijn zo regelmatig dat ze over het algemeen onzichtbaar zijn.
In DE ZAAK ZONNEBLOEM komen we de Kapitein bijna 350 (drie-honderd-vijftig!) keer tegen met een open mond. Zien we zijn tanden en kiezen? Nee, alles wat er is, is niets. Een expressief vacuüm.
Twee uitzonderingen, waarvan die op pagina 10...
... de meest opvallende is. Haddock met een setje snijtanden uit de bakkes van Homer Simpson!
Maar eigenlijk wilde ik alleen maar zeggen dat die film me gestolen kan worden, hoe knap en zorgvuldig hij ook wordt gehypet. S. sleepte me gisteravond mee naar EXIT THROUGH THE GIFT SHOP, een verbluffend energieke satire over, jawel, event hyping en de hebzucht van verzamelaars.
Lang geleden dat ik zo opgetogen de bioscoop verliet!
maandag 1 november 2010
Faits divers
Hierboven: Diverse schetsen, door Hergé gemaakt op de notulen (achterzijde) van een redactievergadering voor weekblad Kuifje (12 augustus 1952). Richtprijs* € 1500 - 2000.
Hieronder: Werkschetsen voor de coverlayout van het weekblad Kuifje, gemaakt op de notulen van een redactievergadering (14 oktober 1952). Richtprijs* € 1000 - 1200.
Hoeveel willen we hebben?
En waar houdt het op?
Waar houdt het op?
Sommige vragen zijn zo goed dat het jammer zou zijn ze met een antwoord te verknoeien.**
*) Veiling Banque Dessinée, 21 november 2010.
**) Harry Mulisch