zaterdag 19 mei 2018

Mijn einde is onvermijdelijk


Uitnodiging om vanavond in slot Loevesteijn in de intieme Grote Caemer aanwezig te zijn bij de uitreiking van Het Gouden Vliegwiel 2018. Nu moet ik bekennen dat ik nog nooit van die prijs had gehoord. Ook de namen van de genomineerden zeiden me niets, op één na: Jean-Marc van Tol. Daarover straks meer. Eerst:


Voilà, een culturele onderscheiding voor kunstenaars die de wind er flink onder hebben.

De nijvere Van Tol is bij het grote publiek natuurlijk vooral bekend van ‘Stijloefening nr. 100’ (uit de bundel ‘Nieuwe Informatie Over De Dood Van President Oswaldo (1977) En Andere Verhalen’):


Slechts een enkeling zal weten dat de personages uit dit weergaloze, langs Masereel en Queneau scherende werk, met regelmaat terugkeren in zijn cartoontekeningen. Het aardige is dat Van Tol juist in de obscuriteit van deze goeddeels veronachtzaamde discipline grenzen kan verleggen:


Zeer recente uitgave die mijn S. aantrof op de lectuurtafel van haar fondsenwerver.

’s Werelds eerste fiscale handboek met de term ‘Anusfistel’ op het omslag, klinkt het juichend in het juryrapport van Het Gouden Vliegwiel. De nominatie voor de prijs vloeit evenwel vooral voort uit alweer een ander werkveld:


Zo-even neergevlijd in de betere boekhandel: het lijvige eerste deel van de Johan de Witt-trilogie, van romanschrijver Jean-Marc van Tol – ‘caleidoscopisch boek waarin vanuit verschillende personages en perspectieven de gebeurtenissen van het bijzondere jaar 1650 worden beschreven’.

De openingsalinea is alvast onweerstaanbaar:


Als u dit leest, ben ik dood… Probeer dan maar eens niet aan het ‘Lorsque vous trouverez ces lignes…’ van de ongelukkige ingenieur Frank Wolff te denken:


Wolff stapte uit de raket en nee, geen wonder kon hem redden. Bij Van Tol kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat hij, met zijn ambitieuze, historische trilogie, juist in de raket is gestapt.
Ik weet voor wie ik ga klappen vanavond!