vrijdag 11 mei 2018

Het geheim van de grote wimpers


Beeldrijm!


Links: de man met de stompjes (ongelukkige handen, uit de pen van Hergé). Rechts: de man met het stompje (ongelukkig hoofd, uit de pen van Jacobs). Een leuk setje, volgens Tintinperdu-lezer Scudder die me erop wees.

We keuvelen nog wat verder over Het Geheim van de Grote Piramide. In de Volkskrant (27 maart 2018) vertelde Peter van Dongen al dat het Egyptische avontuur van Edgar Jacobs dient als stijlvoorbeeld voor zijn eigen B&M-album:

‘Een kroontjespen geeft een strakke lijn, met penseel wordt het meer dik-dun. ‘Het Gele Teken’ is bijvoorbeeld helemaal met penseel getekend, wat een vrij vette lijn geeft. ‘De Grote Piramide’ gaat meer richting Kuifje. We kiezen ervoor om de achtergronden met kroontjespen te tekenen en de personages met penseel: zo creëer je diepte.’

Hoe Kuifje is Mortimer in PIRAMIDE? De professor heeft in zijn vroege avonturen dezelfde ogen als onze jonge reporter, tot op zekere hoogte, want de puntjes zijn vaak o-tjes, zoals bij Haddock:


Ik zie hierin voornamelijk leegte, geen diepte.

Een curieuze, bijna griezelige stijlbreuk komen we tegen in de finale:


Echte ogen! Is het een vooruitwijzing naar dit opmerkelijke prentje uit Het Gele Teken:


... waarop zelfs de pupillen van Mortimer zichtbaar zijn?

Op pagina 46 springen zijn ogen dan weer gestileerd open:


...en gaat mijn aandacht vooral uit naar zijn wimpers. Als ik niet beter zou weten, betreedt de professor hier de kleedkamer van de Cage aux folles in Saint-Tropez.

Na al dat geblader in PIRAMIDE leek het me beslist een uitdaging om de oude albums (ze zijn op een haar na pensioengerechtigd) ook eens te herlezen. Het valt me zwaar om toe te geven dat ik al op pagina 8 moest afhaken, na een venijnige beet uit de zuigsnuit van Tekstblok 32. Er lagen op dat moment nog 257 tekstblokken op de loer!* We zijn, vrees ik, niet allemaal voor doorzetten in de wieg gelegd.


*) Let wel: om aan het einde van het eerste deel te geraken... In deel 2 zien we de tomeloze Jacobs zelfs meer dan vierhonderd (400!) blokken volstouwen met parafrastisch geëmmer.
Vraag van de Week: hoeveel tekstblokken heeft Hergé nodig om, in dezelfde periode, zijn complexe maanavontuur te vertellen? Verwonder u vooral over de uitkomst...