Dick Bos-momentje tijdens de afwikkeling van CRABE:
Ik herlas het avontuur, omdat… Ja, waarom eigenlijk? Vanwege de krab in olieverf waar we zaterdag op de KunstRAI tegenaan waren gelopen? Of omdat ik zondag met zo’n godsjammerlijke kater ontwaakte dat ik slechts licht vertier verdroeg dat eindigt met een radiorede over de gevaren van alcohol?
Het exposé van Bunji Kuraki (‘van de Veiligheidspolitie van Yokohama’) bleef niettemin een harde noot om te kraken. Hergé zat er aantoonbaar ook mee in zijn maag: in de oorspronkelijke versie (Le Soir , 15 oktober 1941) laat hij Bobbie ongezouten commentaar leveren:
...ces longs bavardages m’ennuient… Deze lange kletspraatjes vervelen me.
Dat ‘bavardage’ behelst niet per definitie een negatief oordeel (gezwets, snorkerij), maar evengoed kan er een onschuldig causerietje mee worden aangeduid. Het is een mooi woord, vind ik – helaas net niet gangbaar geworden in het Nederlands.
Voor de oorlog duikt de term wel met regelmaat op in de kranten. Hier in een (in dit geval zeer toepasselijke) passage uit een filmrecensie:
De besproken film in kwestie is ‘Cargaison blanche’(uit 1937), ook bekend als ‘Le Chemin de Rio’, van de klassieke film noir-regisseur Robert Siodmak:
… waarbij de lading (cargaison) uit de titel geen opium betreft, zoals in CRABE, maar gekidnapte meisjes die in Zuid-Amerika als slavin worden verkocht.
Blanke slavinnen! Als dát de handel was van markies Di Gorgonzola hadden we twintig jaar later met COKE een iets afwijkend avontuur beleefd:
Maar goed, nu glijd ik zelf weg in een bavardage…
Maandag: Opschudding in de kerststal