vrijdag 17 februari 2017

Kuifje onder de loep (99)


Vervolgen we onze facultatieve collegereeks over de verkleedpartijen in het universum van Hergé met deze fraaie dubbele plaat uit de Weekblad-publicatie van AFFAIRE TOURNESOL:


Onze helden zijn er - vermomd als afgezanten van het Rode Kruis - inmiddels in geslaagd Zonnebloem te bevrijden uit handen van de ZEP, de geheime politie van Bordurië:


Op de achterbank van deze (door Jacques Martin op de Facel Vega gebaseerde) Bordurische cabriolet ontwaren we Haddock die zich een valse baard heeft aangemeten zónder zijn eigen baard af te scheren. Dat is niet alleen zéér risicovol, maar ook erg jammer omdat ons nu een blik op een gladde Kapitein wordt onthouden.

Achter het stuur zien we een besnorde Kuifje, met bril en in een blauwgroen pak. Let ook even op zijn kapsel met de perfect symmetrische middenscheiding. We kennen deze haarsnit vooral van deze onfrisse snuiter:


Maar terug naar het Avontuur! Dat heeft, zoals we weten, een vervelende wending genomen met het slippen van de vluchtauto:


Gelukkig, onze helden leven nog…:


…maar ongeschonden zijn ze beslist niet. De klap was zó enorm dat Kuifje achtereenvolgens zijn bril, zijn afzichtelijke kapsel, zijn jasje, zijn das én zijn witte overhemd met hoge boord is kwijtgeraakt. Wat rest zijn bretels en zijn authentieke bovenkleding die blijkbaar al die tijd ónder zijn vermomming zat...

Hier hapert niet zo zeer het narratief als wel de afstemming met het aannemelijke. En er dient zich nóg een probleem aan. Uitgerekend dit plaatje vormt immers de basis voor het albumomslag. De tekenaar zou zijn held daarop dus moeten afbeelden met bretels en een lange broek…


Hergé durft het niet aan en kiest, zoals we zullen zien, voor een geforceerde oplossing.

Opnieuw het tweede plaatje, nu uit de albumversie:


Kuifje kleedt zich nu om achter het stuur. Tijdens een wilde achtervolging! In een bocht! Wat een kerel!


En daar zien we hem in zijn vertrouwde kloffie. De bretels zijn weg, de lange broek ook. Dat onze held ook weer zijn pofbroek aan heeft, komt omdat enkele pagina’s eerder de vermomming is aangepast: van blauwgroen kostuum naar bruin pak met, heel pienter, een plusfour.

Hier laten we het even bij. Na de pauze onderzoeken we de vraag wat de antithese tussen maskerade en ontmaskering ons leert over Hergé’s opvattingen van identiteit, individualiteit en authenticiteit.


Ik ben tot 27 februari afwezig. Liefhebbers kunnen tussentijds teruggrijpen op een klein aantal lessen dat nog steeds online beschikbaar is, waaronder de geruchtmakende lezing over de Drevel van Loeria en het populaire college over narratieve concepten.