En vooruit, weer eentje die het leven – de dode pauze tussen de dood en de dood – voor gezien hield. ‘Breekbaar als een kolibrie’ staat er op het rouwkaartje dat rept van een uitvaart die in stilte heeft plaatsgevonden. S. beantwoordt mijn verbouwereerdheid met een medeleven dat ik even niet verduren kan. Veel liever troost ik dan dat ik getroost wordt. Op mijn narrigheid volgt ten slotte de verlangde afstand en een sneer: ‘Kan ík er wat aan doen dat ze in jouw kringen bij bosjes omvallen?’
Natuurlijk niet.
Maar wie dan wel?
En wéér een slachtoffer!
En wéér een schone blijk van de brille van Hergé. Bekijk die passage maar eens goed. De doorsnee krabbelaar uit de keuken van de negende kunst zou nu Haddock uit de krant hebben laten voorlezen – een dienstverlening aan de lezer die de facto een saaie aangelegenheid is. Zie dan eens hoe eenvoudig en toch heel ingenieus onze vriend de Tekenaar de monotonie omzeilt:
Zonnebloem leest voor, de gebelgde Haddock zorgt voor het visuele vertier. In de oorspronkelijke versie (18 maart 1944, Le Soir) valt overigens nog een extra grapje te ontdekken dat in albumvorm is gesneuveld:
Nu is ook de wargeestige professor geërgerd omdat de zich verbijtende kapitein hem ‘de hele tijd’ onderbreekt...
Het plaatje gaat morgen onder de hamer bij Millon:
Richtprijs € 9.500 – 10.000. Maar laten we het vandaag eens niet over de centen hebben.