I.
Nu we het toch over asymmetrisch zitten hebben:
28 december 1969: Goscinny, Uderzo, Franquin en Hergé kwetteren met gekruiste beentjes over hun vak. Alleen Alain de Saint Ogan (rechts achter de presentator) bewaakt zijn mannelijkheid en slaat zijn benen niet over elkaar:
Met dank aan Ivo Mans voor de screenshot en de link naar het filmpje
II.
Jean-Marc van Tol, bekend van de weergaloze (aan Frans Masereel schatplichtige) ‘Stijloefening nr. 100’, wijst me op een vergissing bij deze afbeelding:
‘Hier gaat het niet om een lege achterkant, maar om een lege voorpagina. Kuifje zit het artikeltje naast de Fokke & Sukke te lezen.’
III.
Gunnen we ook dit beeld nog een herplaatsing:
Geschoten vlak na de jaarwisseling van ’53/’54, noteerde ik. Correspondent Scudder denkt daar anders over:
Het bewuste exemplaar van het weekblad is van 6 januari. Ik weet niet zeker hoe het bij Weekblad Kuifje in die tijd was, maar bij andere tijdschriften lag de tijd tussen het aanleveren van het materiaal en het drukken tussen de één en zes weken. Bij ‘De Spaarnestad’ (waarvoor de moeder van een zeer goede kennis in de jaren zestig en zeventig werkzaam was) en vergelijkbare uitgeverijen/drukkerijen werden bladen als Sjors en Tina drukklaargemaakt zo’n vijf weken voor verschijnen; voor Story gold een periode van drie weken, en voor Panorama twee weken. Ik verwacht dus dat voor het Weekblad er ook een periode van zo’n vier weken gold tussen de definitieve aanlevering en het drukken & verzenden. Dus is de foto niet begin januari 1954, maar begin december 1953 genomen.