woensdag 29 juli 2020

Een vale blauwe schijn



De 86-jarige Georges Remi, een van de meest gerespecteerde Belgische abstracte schilders en (in 1945) oprichter van de toonaangevende La Jeune Peinture Belge-groep, wijst naar zijn Composition sans titre, uit 1929. Deze vroege schepping, die van beslissende invloed was op leven en werk van Joan Miró, is onlangs door de Fondation Kieckens geschonken aan het Museum voor Schone Kunsten in Gent. Daar krijgt het, zo verneem ik, een plek tegenover La Buveuse d’absinthe van Léon Spilliaert.

De slungelachtige Remi gaat hier vanaf september weer op de snijtafel. Over De Absintdrinkster moet ik nog wel iets kwijt. Kijk even mee...


...en zie de verschrikte, holle ogen, maar let vooral op de vale blauwe schijn. Als een geestesgesteldheid een kleur kan hebben, dan is het dit wat er de voorbije maanden in mij schemerde.

‘Le bleu est une couleur chaude,’ zei Georges diverse malen tegen zijn Zwitserse psychiater Franz Niklaus Riklin. Die nam het voor zoete koek aan en gebruikte de bezwering zelfs als titel voor zijn autobiografie:


Zelf weet ik inmiddels wel beter. De kunstenaar kon ontzettend goed liegen.

Tot september!

vrijdag 24 juli 2020

‘Wat aangevangen, donder, hel en hagel?’



Et moi, je suis encore là. Ik ben er nog, beste Perdu-lezer, en het verlangen is groot er, net als vorig jaar, verder geen woorden aan vuil te maken. De jonge Georges, alias Nieuwsgierige Vos, zou het beslist toejuichen (‘Een padvinder glimlacht en fluit onder alle omstandigheden’), maar in zijn kundigheid van ontveinzing kan ik de Tekenaar ditmaal onmogelijk volgen.

Dus.

Hoe gaat het?

Het gaat zozo. Sinds half januari ben ik incompleet (wat, besef ik nu, nogal een bekentenis is voor een verzamelaar). Van twee longen naar één. Operatie geslaagd, patiënt ontregeld. Aan die laconieke constatering klit een fors plak zelfmedelijden. In de lange nasleep van de ingreep liep ik zo vaak tegen beperkingen en grenzen op, dat het me zwaar viel nog een lichtpuntje te zien. Na bijna een half jaar begon de vrees veld te winnen dat de extreme vermoeidheid en de onverschilligheid niet tijdelijk waren. Om Haddock te citeren: ‘Wat aangevangen, donder, hel en hagel?’

Niettemin, de vertwijfeling heeft geen vrij spel meer. Sinds een zoveelste aanpassing van doses en combinatie van medicijnen, begin deze maand, lijkt er iets van een herstel in te zetten. Ik durf heel voorzichtig ergens op te hopen en zelfs een tikje naïef deze afspraak te maken: begin september verder met dit blog. Als vanouds en alsof er niets aan de hand is, omdat er waarachtig geen eind is aan Kuifje.