vrijdag 5 juli 2019

C’est le temps des vacances



De Petit Vingtième van 21 januari 1937. Het is een van de slechts vier (4!) PV-omslagen waarop wereldreiziger Kuifje zich vertoont met een koffer. En wat voor eentje:


Geen wonder dat Bobbie schrikt - zijn baasje helpt zijn polsen naar de gallemiezen met een labiel valies!

Tijd om zélf de koffers te pakken: de TINTINPERDU-uitdragerij is tot eind augustus gesloten. Voor de wekelijkse bonte avond kunt u als vanouds terecht in de partykelder van de Rodwelletjes. Verzeker u telefonisch van toegangsbewijzen via toestel 421.

Ik wens de lezer bovenal een fijne zomervakantie.

woensdag 3 juli 2019

Excelleren in coolness



Links: Kuifje verlaat met de handen in de zakken en fronsende wenkbrauwen het paleis van koning Muskar XII (omslag SCEPTRE, 1942).

Rechts: Kuifje verlaat met zwaaiende armen en hoog opgetrokken wenkbrauwen het paleis van koning Muskar XII (omslag SCEPTRE, 1947).

Rechts lijkt zich besmuikt uit de voeten te maken, als een knaap die bang is voor een trap onder zijn kont, meende S. Over links waren we het snel eens. Peukje erbij en een plensbui – en probeer dan maar eens niet aan dat iconische beeld van Magnum-fotograaf Dennis Stock te denken: KLIK!

Overigens kon Hergé voor de omslagtekening uit 1942 terugvallen op werk van vlak voor de oorlog:


De Petit Vingtième van 2 november 1939.

Met de inktzwarte scheepsromp als achtergrond:


...excelleert onze held in coolness – en maak ik mezelf graag wijs dat Hergé de sigaret (bungelend in een mondhoek) heeft weggeretoucheerd.

maandag 1 juli 2019

De vergeten kinderen van Hergé


Zaterdagavond dineerde ik met Maria Döszt-Sponsz op het terras van ‘Klow’, een pop-up restaurant aan de Gedempte Zaagmolensloot. Ze is een dochter van Josip Sponsz, de naar Syldavië gevluchte oudste zoon van Paul-Erich Sponsz, het beruchte hoofd van de Bordurische geheime dienst, ZEP.

Als ‘Kleindochter van de Kolonel’ reist de bescheiden, bedachtzame en zacht pratende Döszt-Sponsz langs de Europese Kuifje-fandagen, om tegen betaling handtekeningen te zetten. Ze houdt zich verre van de politiek, maar in een gesprek met de Vlaamse stripjournalist Geert de Weyer verloor ze onlangs heel even haar kalmte toen deze de ontmoetingen van de Amerikaanse president met de hoogbejaarde dictator van Bordurië ter sprake bracht (‘Met dat smerige zwijn van een Plekszy-Gladz kun je geen afspraken maken, nooit!’).

Terwijl ik me een weg baande door een wat wrange gulyas van gestoofde foxterriër, vertelde Döszt-Sponsz me dat ze vaak de albums waarin haar opa een rol speelt (TOURNESOL, PICAROS), krijgt voorgelegd, maar dat ze het liefste haar handtekening zet in SCEPTRE. Dat moet dan wel een latere uitgave zijn. Niet omdat ze de slappe lach krijgt van de uniformen waarin Hergé zijn Syldavische paleiswacht in eerste instantie liet poseren:


…maar om een vaak over het hoofd gezien detail dat de nieuwe en definitieve versie van het SCEPTRE-omslag volgens haar zo sterk maakt:


Döszt-Sponsz: ‘Zie je hoe er nu geen twijfel meer kan bestaan over waarnaar die paleiswacht kijkt? Hij kijkt naar ons, de lezer, en dus naar mij! Onze blikken kruisen en we herkennen elkaar telkens weer in onze rol als figurant in het universum van Hergé. Een intiem moment – het ontroert me nog steeds.’


Maria Döszt-Sponsz is vanavond te gast bij Jeroen Pauw (NPO1, 23.00). Samen met Rasmus Szut en Gabriël Lampion praat ze over haar rol in de bekroonde documentaire ‘Après Hergé - Les enfants oubliés’.