donderdag 31 januari 2013

Donderdag. LPV-dag!


Memoreren we plichtmatig het galgenbrok Adolf H. die deze week tachtig jaar geleden werd ingezworen als rijkskanselier: gereed om alle macht naar zich toe te trekken. Maar veel interessanter is de kwestie wat de trouwe Petit Vingtième-lezer in exact dezelfde week uit de krant van zijn oudeheer trok.

Zijn held in een sarcofaag! Een meesterstuk...


… met een macaber binnenwerk dat garant stond voor slapeloze nachten:


Staan we ook nog even stil bij de stumpers die in 1976 dit lauwe prakje voor de kiezen kregen:


Opdat wij niet vergeten.

dinsdag 29 januari 2013

Inbox


Scudder: Wat een bezielende mail! En ook: wat een grof geschut. Dikke Bertha is er niets bij (hoewel ook zij Antwerpen aandeed). Vanzelfsprekend wil ik met je mee, al was het maar om plaats te nemen op Haddocks terrasje of de neus tegen het Chinese parasolletje te drukken! Alleen is er een ondoenlijk loopbruggetje tussen willen en kunnen. De reis is immers nog niet volbracht, de Tsjoek-Tsjoek van de Karpaten is nog geen Fyra. En zoals Kuifje zal beamen: het is veel veiliger om niet uit een rijdende trein te springen.

Maarten: Wat een grote woorden! Ik had in beide gevallen het zwaard slechts vervangen door de ironie. Wat Kuifje in Rotterdam betreft: dan toch louter voor de voorplaten. Het binnenwerk is een grafische ramp - hoewel ik in het laatste deeltje* wel weer genieten kan van een Har Brok en een Ernst Pommerel en hun klassieke worsteling met de Mecanorma®-wrijfletter:


*) De Klare Lijn: Een voorlopige en globale inventaris (sic!) van striptekenaars die men zou kunnen ordenen onder de school van Hergé.

René S: Wat een fijn kavel! Hulde. Voor meer achtergrond, zie pijl:


We zien een origineel werk van Antoine Mortier, een van de eerste abstracte expressionisten én een introverte eenzaat. Beetje ondergewaardeerd, en dus: goed betaalbaar. Zijn schilderijen zijn schaars op de markt. Maar schetsen gaan vaak, voor een paar honderd euro, onder de hamer. En voor de prijs van dit flagrante suikerwerkje, kun je zomaar zes (6) prettig grauwe gouaches van Antoine aan de wand hangen.

maandag 28 januari 2013

Stapel



‘Zeg me wat er in deze envelop zit en je hoeft je werkkamer niet uit te mesten.’
‘Een boek,’ probeerde ik zwakjes.
‘Titel?’ vroeg S. hardvochtig.

Ooit had de opvatting postgevat dat dit een prettige manier van doen was: een boek bestellen en ’m pas uit de verpakking grissen op het moment dat er ook echt een paar leesuurtjes voor zijn ingeruimd.
Maar mijn vriendin had geen ongelijk. De bergen opgeschort leesplezier waren me boven het hoofd gegroeid. Ik sleet de zondagmiddag in mijn werkkamer en peuterde geduldig boekwerkjes uit luchtkussenenveloppen en schokbestendige postdozen. Van sommige titels wist ik niet meer dát ik ze besteld had (Céline, Hergé et l’affaire Haddock?), van andere waaróm ik er welbeschouwd ooit belangstelling voor had gehad (The Biography of Dio Lewis? Wie was in hemelsnaam Dio Lewis?).
Bovenal wist ik niet waar ik ze moest laten.
‘Ik zie eigenlijk geen verschil,’ gromde S. aan het begin van de avond, met een scheef oog op de uitgeklede stapels op het bureau en op de vloer.

Och, wat is het leven anders dan een beetje schuiven en stapelen tussen twee eeuwigheden van duisternis?*

*) Vrij naar Nabokov

maandag 21 januari 2013

Ontreddering





Ik ontvlucht even de stad. Terug op maandag 28 januari.

woensdag 16 januari 2013

Lost in time



I.
Hergé op de werkvloer aan de Louizalaan, 1973. Vergeet het kunstige clipje bij de nieuwe single van David Bowie. Luister naar het druilerige Where Are We Now? met de blik op het gelaat van de Tekenaar.

En op 1.06: A man lost in time...

II.
Links aan de wand een doek van Michel Carrade - schilder die al een leven lang op zoek is naar het ‘galmen der kleuren’. Daar kun je navrant oud mee worden: Carrade viert binnenkort zijn 90ste verjaardag.

Georges heeft nogal conservatief geïnvesteerd in een oude Carrade, al in 1969 vond de schilder zich opnieuw uit en trok zijn lijnen recht:


III.

Als er bij dit werk iets galmt, is het toch vooral de herinnering aan de Supercolor-Tryphonar van Zonnebloem, in JUWELEN:


Wat we hier zien is een gestoorde Carrade. Of is het de kortsluiting in de kop van de verzamelaar die zichzelf aan het verliezen is in de tijd?

maandag 14 januari 2013

Gimmick


Och, en dan pers je zo’n kwezel op de plank en zul je zien dat de weerzin het weer eens wint van de geilheid van gisteren. Je haat haar, de hautaine slet, maar je haat de Ander nog zoveel meer. En de gedachte dat de Ander haar bezit, is een ondraaglijk misnoegen.

Gerrit Komrij over ‘de kwellingen inzake het verzamelen van bibliofiele, gelimiteerde, genummerde, gesigneerde en anderszins onbereikbare uitgaven’.

Olivier Coutau Bégarie legt 2 februari deze exclusieve courtisane onder de hamer:


De édition universelle van CONGO, uit 1949. Promotionele uitgave voor het buitenland, zonder titelvermelding en met lege tekstballonnen. Daarom ook wel, heel koket, aangeduid als de édition avant la lettre. Volgens de uitgever zijn er niet meer dan tien van gemaakt. Richtprijs een schunnige 25.000 - 35.000 euro. Piasa tikte in mei 2010 nog een exemplaar af op bijna € 48.000 (inclusief opgeld).

De haat voor de Ander moet aan eindeloosheid grenzen als je voor zo’n gimmick een halve ton wenst neer te tellen.


Morgen: Kaproen!

donderdag 10 januari 2013

Onzalig


Mail van Scudder die bij de ‘dichte begroeiing’ van de naakten van Wesselmann mijmert over de teloorgang van het volle bos. Weemoedig verwijst hij naar l’Origine du Monde van Gustave Courbet:


Onderwijl vroeg ik me af wat de jonge Georges eigenlijk aantrof, toen hij zijn vrouw naakt portretteerde:


Hield de tekenaar zich hier in of was Germaine haar tijd ver vooruit?
Correct is natuurlijk een heel andere vraag: hoe fatsoenlijk is het nog om in de ene maand te speculeren over de geur van Hergé en de volgende maand de schoot van zijn vrouw te beproeven?

Haastige terugkeer naar het rechte pad!

De naaktschildering van Germaine dateert uit 1933, het jaar waarin CIGARES verscheen in Le Petit Vingtième. De begeleidende omslagen van Hergé behoren tot het verleidelijkste dat hij heeft gemaakt. Bloedmooi, en een enkele keer bloedrood:



Een onheilspellend profetisch steunkleurtje in dat onzalige jaar.

dinsdag 8 januari 2013

Hete tranen



Verkleedpartij van Hergé op het Vossenplein/Place Jeu de Balle. Vergeten was ik hoeveel mazzel je op die vlooienmarkt als bibliofiel (nog steeds) kunt hebben - en hoe schrijnend achteloos de handelaren hun waar er laten verregenen. Ik redde Roland Bergelès’ Sous le casque blanc nipt van de verdrinkingsdood, maar het prachtige, bijna tachtig jaar oude La secte secrète des Thugs van kolonel James L. Sleeman was al een hopeloos waterlijk. Toen ik nota bene de verzopen Tom Wesselmann-catalogus van de Knokkense Samuel Van Hoegaerden-gallery uit een doos hengelde, plengde ik bijna hete tranen.


Links Hergé, die zich onvermoeibaar in alweer een ander pakje heeft gehesen. Rechtsboven hem: een Wesselmann uit de private collectie van de tekenaar. Het is een nogal braaf werkje: Wesselmanns naakten zijn nou juist vooral zo leuk door de nostalgisch dichte begroeiing:


Maar voor Georges Remi alias Nieuwsgierige Vos lag het er misschien iets te dik bovenop.


Donderdag verder

maandag 7 januari 2013

Rusteloos


Was het de regen of de rusteloosheid die me alsnog naar een buitenlands verzetje deed verlangen? Volgens S. staat mijn kont op restless legs en ze weigerde de feestdagen elders door te brengen: ‘Ontspan je nou gewoon eens.’
Koud 48 uur later was ze mijn gepruttel moe en ging ze weifelend akkoord met drie dagen Brussel. Er scheen een bleek zonnetje, maar de boeken op het Vossenplein waren druipnat. Afgeschermd onder een jaargang Science et Vie vond ik een zestig jaar oude editie van Sous le casque blanc, geïllustreerd door Emmanuel Jodelet en met een Zaïrees rijbewijs als boekenlegger.


Let op het omslag, in Frankrijk noemen ze dat een ‘mise en scène très emblématique’. Voorop de grimmige (dat mondje!) blanke die een hagelwitte tropenhelm draagt, gevolgd door een onbekommerde zwarte met een kist op zijn hoofd. Het leek me een zinnebeeldige aanvulling voor het Congo-plankje.