‘Lekker geknutseld?’ schampert S. die zónder geldschieters uit Cannes is teruggekeerd.
Sarcasme is slechts een kwestie van een goed slecht humeur.
Ze vindt die fotomontage met Nick Rodwell maar kinderachtig, en bovendien: ‘Je hebt toch gezegd dat je hem bewonderde?’
Heb ik dat?
Dat heb ik.
Maandag 24 november 2008 noteerde ik hier monter: Diep in mijn hart deel ik met econoom Chervel de bewondering voor een bedrijf dat zijn onmogelijke missie telkens met zoveel zwier vervult.
Diep in het hart schuilen de grote leugens, meende de Franse schrijver en kunstfilosoof André Malraux. Precies 75 jaar geleden las Hergé diens La Condition Humaine, over de strijd tussen de communisten en Tsjang Kai Tsjek (maar vooral over de vraag: hoe de eenzaamheid te overwinnen?). Het voorjaar van 1934. De Tekenaar stond op het punt om Tchang te ontmoeten. Het Avontuur moest feitelijk nog beginnen.
Driekwart eeuw later weten we hoe het is gegaan. Na het succes kwam de eenzaamheid. Na de eenzaamheid de verlossing. Er was een Oeuvre en er is nu een Museum met een chief executive officer, tevens directeur van een naamloze vennootschap die een nalatenschap bewaakt.
‘Zeg nou maar gewoon dat je een hekel hebt aan die vent’, probeert S.
Maar het is niet Rodwell die ik veracht, het is de soort, het is…
‘Het is hoe de dingen gaan,’ zeg ik treurig. ‘Hoe scheppend werk altijd weer moet verzanden in zakelijke schraalheid. Dat is wat ik haat...’
‘… en Nick is natuurlijk een een ellendige aardworm, een opgeblazen blaaskaak en een ectoplastisch bijproduct bovendien,’ voeg ik er haastig aan toe.