woensdag 27 mei 2009

Nick


‘Lekker geknutseld?’ schampert S. die zónder geldschieters uit Cannes is teruggekeerd.
Sarcasme is slechts een kwestie van een goed slecht humeur.
Ze vindt die fotomontage met Nick Rodwell maar kinderachtig, en bovendien: ‘Je hebt toch gezegd dat je hem bewonderde?’
Heb ik dat?
Dat heb ik.
Maandag 24 november 2008 noteerde ik hier monter: Diep in mijn hart deel ik met econoom Chervel de bewondering voor een bedrijf dat zijn onmogelijke missie telkens met zoveel zwier vervult.


Diep in het hart schuilen de grote leugens, meende de Franse schrijver en kunstfilosoof André Malraux. Precies 75 jaar geleden las Hergé diens La Condition Humaine, over de strijd tussen de communisten en Tsjang Kai Tsjek (maar vooral over de vraag: hoe de eenzaamheid te overwinnen?). Het voorjaar van 1934. De Tekenaar stond op het punt om Tchang te ontmoeten. Het Avontuur moest feitelijk nog beginnen.

Driekwart eeuw later weten we hoe het is gegaan. Na het succes kwam de eenzaamheid. Na de eenzaamheid de verlossing. Er was een Oeuvre en er is nu een Museum met een chief executive officer, tevens directeur van een naamloze vennootschap die een nalatenschap bewaakt.
‘Zeg nou maar gewoon dat je een hekel hebt aan die vent’, probeert S.
Maar het is niet Rodwell die ik veracht, het is de soort, het is…
‘Het is hoe de dingen gaan,’ zeg ik treurig. ‘Hoe scheppend werk altijd weer moet verzanden in zakelijke schraalheid. Dat is wat ik haat...’
‘… en Nick is natuurlijk een een ellendige aardworm, een opgeblazen blaaskaak en een ectoplastisch bijproduct bovendien,’ voeg ik er haastig aan toe.

dinsdag 26 mei 2009

Erratum


Fotobijschrift van maandag 25 mei: vervang het echtelijk surrogaat van Hergé door de geniale marketingstrateeg, vervang We proberen te vermijden … zal bestaan. door Fanny wil de handgetufte karpetten graag nog even netjes houden.

maandag 25 mei 2009

Ondertussen, in Louvain-La-Neuve



Terwijl de ordedienst van het nagelnieuwe Hergé Museum in Louvain-la-Neuve de pers op een afstand probeert te houden, legt het echtelijk surrogaat van Hergé, Nick Rodwell (voorgrond), uit waarom de beslissing werd genomen om het schieten van foto's en bewegende beelden niet toe te laten: “We proberen te vermijden dat er een massa beelden van de originelen, die in de zalen worden tentoongesteld, zal bestaan.”

FOTO VERWIJDERD 020609 9:46

Onbekend & anoniem (1)


Dat geld zomaar (en in onmetelijke porties) kan verdampen, weten we sinds het begin van de crisis. We weten inmiddels ook dat die curieuze monetaire transitie plaatselijk is.

S. belt uit Cannes waar ze op de Marché du Film vergeefs naar geldschieters heeft gezocht (‘Er ís hier geen geld meer,’ zegt ze geschokt).

Onderwijl blijft D. maar piekeren over de (bijna) halve miljoen die hij in Namen zag neergeteld voor platen uit JUWELEN en ZAAK. Hij deelde zijn verwondering met de aanwezige collega’s wier ongelovig gegiechel hem, zoals ik al eerder schreef, óók op de zenuwen werkte.
‘Er is,’ zegt hij, ‘de laatste jaren een gezelschap van ‘anonieme verzamelaars’ en ‘verzamelaars die onbekend wensen te blijven’ opgestaan. Ze komen uit het niets, letterlijk. Ze besteden tonnen op veilingen en ik ken ze niet. En als ik navraag doe, dan kent niemand ze. Niemand die ooit eerder met ze gehandeld heeft. Dat is… Wel, dat is op z’n minst vreemd, niet?’

donderdag 21 mei 2009

Georges P. Jacobs*



*) Thermo-chemische hybride androïde.
Tekent één klare-lijnalbum per week.


dinsdag 19 mei 2009

Terug naar Sato (2)


Halverwege de jaren zeventig deden Hergé en Jacobs wat men van hen verlangde: eindelijk een nieuw album afleveren. Aldus volgde na de déconfiture van PICAROS (1976) de deceptie van SATO (1977). Want wát een vreugdeloze zwanenzang levert de gehoornbrilde tekenaar met het eeuwige vlinderdasje! Heeft hij ook maar één tel geloofd in de oprechtheid van deze afgedwongen exercitie? Jacobs lijkt op pagina 9 zelf het antwoord te geven:

Let op onze vriend professor Philip Mortimer waarvan in het tekstblok wordt beweerd dat hij heel tevreden is, maar die toch zichtbaar (en veelzeggend) niet op zijn gemak is. Let vooral op de twee dames onder hem en de wijze waarop zij elkaar iets toevoegen.
Britse onderkoeldheid? Geloof het maar niet.
De 3 formules van prof. Sato is een geveinsd avontuur van een auteur die doodop moet zijn geweest.

maandag 18 mei 2009

Terug naar Sato (1)


‘Zorg je goed voor jezelf,’ zegt S. die naar Cannes afreist om daar op de Marché du Film naar een partner te zoeken.
Ik knik. Niet jaloers, wel verstoord.


Verzorgde man. 50. Niet onbemiddeld.
Wil alleen maar De 3 formules van prof. Sato lezen
met een zakje paprikachips en dat er dan iemand is
die dat leuk vindt dat hij dat leuk vindt.

Het laatste album van Edgar P. Jacobs verscheen een jaar ná het laatste album van Hergé. De Meester stelde teleur. En de Knecht van eertijds?
Ik kan me er niets van herinneren.
De stramme professor Mortimer, ooit een zonderling jeugdidool, is al minstens dertig jaar uit mijn leven.
Maar daar wordt er driemaal geklopt...
‘Een vliegtuig van de JAL staat klaar om op te stijgen.’
Het avontuur begint...! We gaan het meemaken.

donderdag 14 mei 2009

Geen nieuwe hobby


D. zou evengoed in curiosa kunnen handelen.
Als cadeautje (voorrecht van de zieke) heeft hij een losgesneden omslag van L’ÎLE NOIRE meegenomen.
Het is een poststuk.
Op de achterzijde een adres in Lourdes (!) en een onleesbare boodschap.
Maar daar gaat het niet om.
D. wijst op de zegels die 61 jaar geleden zijn afgestempeld.
‘Die zijn bijzonder,’ zegt hij.

woensdag 13 mei 2009

Jacobs aan zee


Met S. naar het hoekige duindrama De laatste dagen van Emma Blank. Kleine triomf op het verzwakte longweefsel! Maar de rest van de avond geworsteld met een adembenemende kwestie: waaróm in hemelsnaam toont de op details gefixeerde filmregisseur een van zijn acteurs zo nadrukkelijk met de oude Helmond-uitgave van De 3 formules van prof. Sato?

maandag 11 mei 2009

Vóór de gekte


D. meldt dat hij nu eigenlijk wel klaar is met ongelovig gegiechel tijdens veilingen.
Maar goed.
Op 7 november 1976 kocht de Nederlandse verzamelaar Ger Zandvliet voor 795 gulden een pagina met voorstudies voor, vermoedelijk, PICAROS. Ik weet dat zo precies omdat ik deze schetsen 13 jaar later van hem overnam, inclusief tekenmap met datafiche.
Ger Zandvliet was een echte boekhouder.
Overigens betaalde ik hem de somma van 2865 gulden, een curieus bedrag en (na de aanschaf van SOVIETS) opnieuw een aderlating, maar wel, vond ik toen, reëel.

vrijdag 8 mei 2009

Tweede Huis (slot)


Als verzamelen een verlangen uitdrukt naar de onschuld van de jeugd, wat is herverzamelen dan? Een verlangen naar een verlangen? En hoe onschuldig is dat eigenlijk?


Ik heb geen tweede huisje. Nooit gehad ook. D. vertrouwde me ooit toe dat hij een klant hielp bij de aanleg van een schaduwcollectie vooroorlogse albums. Ik heb geprobeerd me in te leven in de beweegredenen van die verzamelaar. Dat is me twee keer gelukt. Maar als ik, na de verzinsels van gisteren, voorbij een aankoopcontract denk, stokt de fantasie.
Ik bedoel: ik ben wel gek, maar niet gek.

De sensatie van de Eerste Aankoop laat zich niet opnieuw beleven. De ongelukkige die dat toch meent, maakt een kostbare vergissing en stort zich in een uitzichtloze queeste. Maar soms gaan mensen moedwillig kapot aan hun verzameldrift.

donderdag 7 mei 2009

Tweede Huis (2)


Genoeg mensen die helemaal niets met verzamelen hebben, maar slechts een enkeling kan zijn bezwaren ook raak onder woorden brengen:

‘Het lijkt mij toch niet helemaal gezond,
want er is altijd een leegte die moet worden gevuld.’
*)

Die leegte werd in zekere (en verontrustende) zin kunstmatig. Ik kon mezelf wel wijs blijven maken dat er geen rust was zonder nóg een CRABE of nóg een CIGARES. Maar de minieme verschillen daarin waren voor de buitenwereld slaapverwekkend en een aanleiding voor meewarige blikken.
Dus toen S. zomaar over een tweede huisje begon, zag ik dat als een vrijbrief voor zoiets meeslepends als een herverzameling. Mijn vriendin had de voorwaarden gecreëerd waaronder ik de sensatie van de Eerste Aankoop kon herbeleven. Op de ‘plek om elders thuis te komen’ (zoals zij het omschreef) kon ik, beslist gelegitimeerd, een schaduwcollectie onderbrengen. Toen we ten slotte onze handtekeningen zetten onder een compromis de vente, was in mijn dwaze gedachten het jachtseizoen op SOVIETS en zijn vooroorlogse nakomelingen opnieuw geopend.

*) Volgens de Nederlandse letterkundige en criticus Kees Fens

woensdag 6 mei 2009

Tweede Huis (1)


Veel is natuurlijk de schuld van Hergé. Maar het was S. die plotsklaps haar zinnen op een tweede huisje had gezet. En waarom in hemelsnaam?
‘Lijkt het je dan niet fijn om heel ergens ánders thuis te kunnen komen,’ vroeg ze met haar liefste glimlach.
Sinds Shakespeare weten we dat er dolken schuilen in de glimlach van mensen. De tegenwerpingen van mijn kant zou ze ermee fileren.
‘Een plek waar onze eigen cd’s staan. En onze eigen boeken. Je zou er zelfs,’ opperde ze, ‘een deel van je albums kunnen neerzetten.’
Mijn collectie opdelen?
Daar kon geen sprake van zijn.
Maar toch… Ik kreeg een ingeving die voor een verzadigde verzamelaar ouderwets enerverend was. En dus begonnen drie maanden later onze uitheemse avonturen bij de lokale aankoopmakelaar, een Fransman die in lengte niet onderdeed voor de betreurde Lord Carnaval uit CIGARES.

maandag 4 mei 2009

Veiling (7)


“Kom anders ook naar Namen,” zegt D. nogal dwingend. Het is vooral de veiling van een theaterposter uit het oorlogsjaar 1941 die zijn nieuwsgierigheid prikkelt. Van Monsieur Boullock a disparu (ou Les Nouvelles Aventures de Tintin) bewaart hij een uniek want ongezegeld exemplaar. Maar na alle voorgaande, juridische kleinzieligheid heb ik even de buik vol van veilinghuizen.

Dat zeg ik hem niet.

D. is maar matig hersteld van zijn blindedarmontsteking. En bij mijzelf stokt na een geringe verplaatsing nog steeds de adem.
Nu ja.
Watt en Halfwatt moeten zich voorlopig maar niet inlaten met gezamenlijke stroperijen.

Alles van waarde...


... is weerloos...*)

*) Afbeelding uit de catalogus van veilinghuis Rops. Mijn gedachten erbij kieperen onverwijld naar R. die, ik schreef het hier al eerder, kon goochelen met boekbinderslijm, vlasgaren en rijstpapier. Maar wonderen kon ook hij niet verrichten.