donderdag 20 november 2008

De zaak V. (2)


Hoe sluw en schaamteloos V. ook opereert in de piste der collectioneurs (volgende week meer daarover, ik laat me niets meer aan hem gelegen liggen), juridisch kon ik hem eenvoudig van me afschudden. Hij wist zijn beschuldigingen domweg niet hard te maken. Om dezelfde redenen moest ik overigens, bij die ándere conflictpartij, de preventieve censuur van een dading accepteren. Zuur, maar niet onoverkomelijk.

S. kon zich uiteindelijk vinden in mijn weerzin voor De Rechtmatige Eigenaar. Wat bleef was haar misnoegen dat voortvloeide uit de oeroude wijsheid dat gestolen goed nu eenmaal niet gedijt. Of, zoals ze aan de overzijde van de oceaan durven beweren: ill-gotten goods seldom prosper (nochtans zaten de Indianen daar dus wél met de gebakken peren, iets wat het bleekgezicht Hergé maar moeilijk kon verkroppen. Maar dat is een ander verhaal).

Het compromis waarmee de huiselijke vredespijp werd gerookt, was: niet teruggeven, wel wegdoen. D. gaat bemiddelen bij de verkoop, de opbrengst zal ik op rekening storten van Artsen Zonder Grenzen - lichtjes tegenstribbelend, ongetwijfeld, maar het goede doel is in dit geval de prijs van een goede relatie. Mijn suggestie om het geld dan maar over te maken naar de Stichting Eekhoornopvang (toch een biologische verzamelaarssoort bij uitstek) heeft S. al afgewimpeld met een vinnig ‘Komediant!’
Ze zei wat Germaine Kieckens dacht.
Maar dat zeg ik niet.