maandag 18 mei 2015

Kleine hamburger!


‘Dus geen spijt dat je niet bent meegegaan?’ giechelde S. zaterdagnacht aan de telefoon.
‘Nee hoor,’ zei ik, ongelogen. Want zij met Woody Allen en Max Rockatansky in het eivolle Cannes en ik in een ledig huis met een stapel boeken die ik nu eens ongestoord kon decimeren.
‘En l-l-lukt het een beetje?’ vroeg S, teut als een jeneverstruik.

Langs de klare lijnen van het voorzienbare, zou ik nu mismoedig moeten bekennen dat ik tot niets was gekomen - de tijd verkwist op het web en aan lichtvoetige lectuur. Maar dat was niet zo. Met (eindelijk!) David Van Reybroucks Congo en de nieuwe vertaling van Berlin Alexanderplatz achter de kiezen, was ik inmiddels flink op stoom in de biografie van de paranoïde en zelfdestructieve, in Zweden mateloos populaire troubadour Cornelis Vreeswijk (Misschien wordt ’t morgen beter – louter op titel gekocht).

‘L-lees ‘ns iets voor uit wat je nu op schoot hebt,’ zei S. argwanend. En ik antwoordde: ‘Daar ben ik, kleine hamburger. Nee, nee, dat niet! Jezus! Aaah! POOP’
‘Zei je nou poep?!’
‘Het is twee uur geweest,’ zei ik, een tikkeltje opgelaten. ‘Ga lekker slapen.’