donderdag 15 december 2016

Onderwijl in het ravijn


Alcazar-momentje op het Leidseplein waar ik een oud War Child-collega tegen het lijf loop – teruggekeerd uit Hangzhou omdat de Chinezen weigerden zijn werkvisum te verlengen. ‘Feitelijk ben ik het land uitgezet,’ vertelt hij met bedremmelde grijns. Mij lijkt dat er eentje voor de bucket list.

Ik ben nooit een land uitgezet. Ooit werd mij dwingend verzocht een bruiloft te verlaten, maar aan het oprakelen van zulke geschiedenissen kleven risico’s. Na de eerste verrassing wil men weten van de hoed en de rand en wordt het hoe dan ook schrijnend.

Aan de bar van de Kring meten we de levenden voor elkaar uit – het raamwerk van gemeenschappelijke vrienden en kennissen – om uit te komen bij wat Doeschka Meijsing ‘het afwerken van de dodenlijst’ noemde. Het valt me mee, er zijn geen verrassingen.

Later verkassen we naar het restaurant van de sociëteit dat sinds een verbouwing de akoestiek heeft van een ravijn. Bij de steak frites verhaalt mijn oud-collega over zijn aanwezigheid bij een intieme uitvaart waarover mij was bericht dat deze in stilte heeft plaatsgevonden. De gekrenktheid is daarna groots en infantiel en laat zich slechts met veel wijn onderdrukken.

Plaatje!


Hergé, begin jaren dertig. Veel te jong nog, want kijk eens goed in zijn ogen. Doe het niet, jochie, doe het niet!