Ondertussen, aan de Louizalaan:
De sikkeneurige Hergé deelt een sneer uit aan France Ferrari (1). Geschrokken slaat de coloriste haar hand voor haar mond. Op de achtergrond doet Josette Baujot alsof er niets aan de hand is.
De Tekenaar draait het slachtoffer van zijn chagrijn bruusk de rug toe (2) en ontneemt de arme France het weerwoord.
Terwijl haar baas wegbeent (3), kijkt zijn werkneemster beteuterd naar haar werk.
Mij gaat het hier om dat wegbenen. Ik bedoel: google op HERGÉ + WEGBENEN en er is geen enkele hit! Een tikkeltje vreemd, want kijk nog eens goed:
Hergé was zonder meer een geweldig wegbener. Fier rechtop, met zelfverzekerde pas en, niet onbelangrijk, de onderarmen half geheven en niet zoutzakkerig langs het lichaam.
Mijn S. bestudeerde het beeldmateriaal en merkte nog op dat het gezag van de Tekenaar hier ‘beslist ook voortvloeit uit zijn strakke kontje’. Toegegeven, ik moest even slikken, maar ik vond deze female gaze, als antithese van het exclusief mannelijke perspectief binnen de tintinologie, toch ook wel verfrissend.