donderdag 20 februari 2014

Fonkelende ogen (2)



TIBET, pagina 25: de Yeti die gewelddadig wordt als hij alcohol heeft gedronken…

Dronk oom Tchake?

Ik herlas TIBET en liep vast in assumpties. En het lijkt allemaal zo verrekte helder: de seksuele mishandeling van de jonge Georges, de interne strijd, de Yeti als kindervriend en als monster…

Als de Tekenaar die tragiek in het album heeft verwerkt, dan dient zich nog een andere tragedie aan. De studio-Kuifje kan die emoties helemaal niet aan. Het geesteskind van Hergé is in deze fase van zijn carrière al letterlijk rimpelloos. Leg daar LOTUS BLEU eens naast waarin, naarmate het verhaal vordert, gezichtslijnen en rimpels een waaier aan expressies mogelijk maken. In TIBET is de held een botox-figuurtje en kunnen de tranen evengoed zweet- of regendruppels zijn.

Toen ik het album dichtklapte, verlangde ik vurig naar een Andere Levenslijn, naar een tekenaar die is losgekomen en die in een interview verklaart:

‘Ik begreep dat ik deze pijnlijke geschiedenis alleen maar op papier kon zetten door terug te keren naar de lijnvoering van LOTUS BLEU. Dat betekende dat ik de klus zónder de Studios moest klaren, dus in mijn eentje.’




Ik knijp er even tussenuit. Half maart verder.