woensdag 19 september 2012

Flop


I.
Waar waren we? Hier waren we:



Geüniformeerde jongedame met snor en pijp. Schalks fantasietje van de jonge Georges Remi, in het poesiealbum van zijn vriendin Louise Van Cutsem (‘Milou’), 1920. 4 juli geveild bij Sotheby’s, voor 18.750 euro. En wie het nieuws een beetje heeft bijgehouden, zou zomaar de indruk krijgen dat deze ‘ground-breaking sale’ (term uit de nieuwsbrief van het Britse veilinghuis) een groot succes was.
Allerwegen (en klakkeloos) overgenomen persbericht: Sotheby’s veilt originele plaat uit De Geheimzinnige Ster voor 234.750 euro. Commentaar van Jean-Marc Thévenet, verantwoordelijk veilingexpert:

The inaugural sale at Sotheby’s had great success. Many people attended the exhibition, the worldwide media covered the event widely and it achieved strong prices.

Thévenet liegt dat ie barst. En met reden. De voormalig hoofdredacteur van Pilote (en oude baas van het stripfestival in Angoulême) probeert zijn hachie te redden.

II.
In werkelijkheid beleefde Sotheby’s met haar eerste internationale stripveiling haar eigen Heaven’s Gate, een flop van jewelste. Van de 95 kavels werden er slechts 27 verkocht. Totale opbrengst: een schamele 645.225 euro. Ter vergelijk: op dezelfde dag organiseerde Sotheby’s nog drie veilingen. Bij twee daarvan werd driekwart van het aanbod verkocht, bij de ander ruim de helft. Opbrengst respectievelijk: 7 miljoen pond, 9½ miljoen pond en 32 miljoen pond.
Thévenet over zijn veiling:

The auction reflected our conviction that comic strips have become an art-form in their own right.

III.
Eens maar nooit weer? Op een veiling in Londen sprak ik deze zomer een medewerker van het zelfingenomen Artprice.com die verrassend gedetailleerd de verhoudingen binnen Sotheby’s schetste. Werkelijk enthousiasme voor zoiets triviaals als een stripveiling is daar volgens hem nooit geweest. De niche kreeg de handen amper op elkaar; Thévenet ondervond zelfs fervente tegenwerking. Na het miserabele resultaat zullen de I told you’s niet van de lucht zijn. Weinig kans, kortom, op een tweede kans voor veiling en veilingexpert.

IV.
Voor de handliggende slotvraag: waarom faalt ’s werelds oudste veilinghuis waar, pak ‘m beet, een Banque Dessinée altijd mooie successen boekt? Daar is een even voor de handliggend antwoord op. Maar ook een antwoord waaraan ik eerder mijn vingers danig heb gebrand. Dat het op zijn minst opvallend is dat er bij de ene veiling altijd in grote mate telefonisch en anoniem geboden wordt en bij de andere veiling niet, en dat er bij de ene veiling keer op keer dezelfde ‘liefhebbers’ zitten die bij de andere veiling (nota bene in dezelfde stad) nergens zijn te bekennen… nee, beste lezer, dat heb ik hier dus niet gezegd.