woensdag 14 december 2011

Kuifje onder de loep (83)


Vervolgen we dit college met nóg een voorbeeld van een narratief concept: de protagonist die binnendringt en afluistert. Bij Hergé ziet dat er ongeveer zo uit:


Cokes in voorraad, plaat 12.

In de dagelijkse werkelijkheid is de opbrengst van een afluisteractie op een willekeurig moment op z’n best diffuus:


Om zijn vertelling op stoom te houden, kiest Hergé hier dan ook voor een breed gedragen conventie: als de held iemand afluistert dan is dat altijd op het moment dat er cruciale informatie wordt overgedragen.


Vrijwel hieraan vastgeklonken, zien we nog een ander narratief concept: de held verraadt zich. Hij stoot een vaas uit de Ming-periode om, moet niezen of - actueel voorbeeld - hij krijgt een sms.
Hergé maakt in Cokes een originele keuze waarmee hij tevens teruggrijpt op de proloog van zijn verhaal:


De dekselse Abdoellah heeft een wekker* in de jaszak van onze held gestopt! Hergé smeert deze scène uit over een aantal plaatjes en - pak het album er even bij - dat doet hij met enorm veel souplesse.


*) De Tekenaar doet hier wel een stevig beroep op de suspension of disbelief bij zijn lezers. Een wekker weegt immers niet niks. Hoe geloofwaardig is het zo’n ding in je zak te hebben zonder dat te merken? Het zou voorstelbaar zijn als je al een heel zware jas hebt. Maar die wapperen weer niet in de wind. En de jas van Kuifje…