1.
Verkopers schalen hun albums altijd één staat te hoog in. Matig = Redelijk. Redelijk = Goed. Goed = Zeer goed. We moeten ze hier niet op willen afrekenen. Dolus bonus. Het zijn verkopers. Ze moeten een voet tussen de deur krijgen.
Goed (= redelijk)*:
Redelijk (= matig):
2.
Verkopers die hun albums twee staten te hoog in schalen (Matig = Goed) minachten hun klanten. Ontegenzeggelijk moet dit wederzijds zijn. Ga niet met hen op pad, mijd de weg die zij gaan (Spreuken 1:15).
3.
Verkopers beweren enthousiast het één en tonen enthousiast het ander. Daar is moed voor nodig (of zelfhaat).
‘Zeer mooi album! Rug is gaaf’:
Beeld en boodschap komen niet overeen; een fenomeen dat in de televisiewereld nog wel eens wordt aangeduid als De Schaar van Weber. Goede verkopers laten ons twijfelen aan wat onze ogen registreren. Maar deze begoocheling kent haar limieten.
‘Restauratie aan de rug en kaft, lichte slijtage aan hoeken’:
4.
Verkopers nuanceren/rechtvaardigen hun inschaling met argumenten die in eerste instantie aannemelijk kunnen klinken: ‘Voor deze kwetsbare titel en rekening houdend met de schaarste én de leeftijd is dit een goede staat.’ Onzin natuurlijk, kijk maar:
Au pays des soviets, 4emille, 1930. Kwetsbaar, schaars en op leeftijd. Status: niet goed.
Vrijdag: de vloek van nieuwstaat.
*) Beeld- en tekstvoorbeelden in 1 en 3 afkomstig uit het aanbod op de Catawiki-weekveilingen.