‘Er is altijd iets ‘juveniels’, iets efebisch blijven hangen rond de (mannelijke) koppels die Martin bleef opvoeren,’ schrijft Lukas de Vos op de webstek van het Vlaamse Knack. Elders in dit herdenkingsartikel refereert de auteur aan Guy Lefranc en Axel Borg als ‘de eeuwige Janus’. En: ‘Borg is een icoon van indiepe slechtheid (…) een genie van het kwaad, een genie van het zelfbewustzijn.’ Hij heeft, kortom, ‘onmiskenbaar Strindbergiaanse trekjes’. Martin zou diens naam immers weleens ontleend kunnen hebben ‘aan August Strindbergs somber, Nietzschiaans drama ‘I Havsbandet’.
Tsja.
Wichtigmacherei.
Of zoals Gerrit Komrij zou zeggen: Uit een treurige reet, komt geen vrolijke scheet.
Nietzsche heb ik niet ontmoet toen ik me ten slotte door DE VLAMMENZEE worstelde. En ik herkende ook weinig geniaals in Axel Borgs sluwheid en snode plannen. Strindbergiaans? In de krankjorum onhandige manier waarop Borg zich telkens van tegenstrever Lefranc probeert te ontdoen, vond ik ‘m vooral op Wile E. Coyote lijken.
Uit Road Runner.