woensdag 20 januari 2010

Zonder kompas (2)


In de Lower East Side was ik als een blok gevallen voor een ingenieus sculptuur van glas en asfalt. De prijs was kunstmarktconform*), de transportkosten zouden beslist pervers zijn. Maar één ding zat me niet lekker: het was een veel te verantwoorde aanschaf. Terwijl de weerzin tegen mijn uitheemse klus met de dag groter werd, groeide de behoefte om toch vooral zinloos te spenden. Toen er van het thuisfront ook nog eens een ongehoord enthousiaste reactie kwam op mijn beoogde aankoop, gooide ik het over een heel andere boeg.
Hergé moest me maar weer eens postuum vertroosten.

Tsja, sputterde D. in de hoorn, ‘Je moet wel ongeveer aangeven wát je wilt.’
‘Doe maar wat,’ antwoordde ik ferm. En daarna: ‘Whatever.’
Het klonk als een krachtterm en het luchtte – om te beginnen – al lekker op.


*) Ooit werd me een veel te dure ÉTOILE aangeboden met de rechtvaardiging dat het prijskaartje stripmarktconform was. Beide termen zijn onzinnig.