dinsdag 29 september 2009

Dodelijk dilemma (2)


Kaartje met de laatste gang (zwarte pijl) van Hergé. De gemeentelijke begraafplaats aan de Dieweg in Ukkel ging al in 1958 dicht, maar voor de geestelijk vader van Kuifje werd in 1983 een uitzondering gemaakt. En dus straks ook voor zijn weduwe.
Of...

Dat Fanny alvast vermeld wordt op de grafsteen van haar man, lezen we overigens niet in de Hergé-biografie van Phillipe Goddin.
En waarom eigenlijk niet?
Omdat de auteur het een irrelevant detail vond? Maar lopen die duizend pagina’s van zijn LIGNES DE VIE nou juist niet over van de (irrelevante) details?

Het manco valt extra op omdat Goddin (een vaste kostganger van Moulinsart) zijn afmattende boekwerk letterlijk afrondt op de laatste rustplaats van Hergé, met een triviale analyse van diens grafschrift.
Een half verzwegen grafschrift, in dit geval.

maandag 28 september 2009

Dodelijk dilemma (1)


Zondagmiddag - en onthutst door een bovenzinnelijke kater besloot ik een blik te werpen in de ziel van Nick Rodwell.
BINGO!
De man die de Weduwe verschalkte verdient mededogen, want zie eens hoe wreed zijn lot:


Geduldig wacht de Tekenaar op de terugkeer van zijn tweede vrouw. De steen is roze, maar de schaduw van deze tweepersoonsgrafkelder moet voor Rodwell inktzwart zijn. Georges heeft zijn opvolger veroordeeld tot een leven als tussenpaus.

vrijdag 25 september 2009

Utrecht, 23/9 (00.34u)


De Ervaren Scriptschrijver priemt zijn vinger in mijn borst.
‘Jij bijvoorbeeld… Jij bent een fan-tas-tisch personage.’
Die blik… Sommige mensen maken complimenten op een manier alsof ze een ontvangstbewijs terugverwachten.
En ik begrijp hem niet eens.
‘Omdat,’ stelt hij, ‘iedere verzamelaar immers een potentiële misdadiger is.’
S. lacht. Maar ook zij is dronken.

woensdag 23 september 2009

Haantje


Kieckens kiekt Georges (De Haan/Coq-sur-Mer, juli 1934). Op de achtergrond een bekend parasolletje, op de voorgrond de ondeugdende linkerhand van de Tekenaar.
Een kwart eeuw nadien noteert Germaine: ‘Ik geloof niet dat Georges een slecht mens is. Maar hij heeft werkelijk geen ruggengraat (...) en is weerbarstig als een kind*).’

*) Dat laatste is een dooddoener, en van alle tijden. Gisteravond gaf ik mijn in Venetië verworven sculptuur een prominente plek in de woonkamer. S. vindt het natuurlijk een onding (zoveel van me kan ze met smaak versmaden...). Maar ze zat in Utrecht waar ze rondjes draaide in kleverige filmkringen. ’s Nachts schrok ik wakker van haar briesende ‘Je bent nog erger dan een kind!’.

dinsdag 22 september 2009

maandag 21 september 2009

Langdon & Co (1)


Ik las een recensie waarin prof. Robert Langdon, de held van bestsellerauteur Dan Brown, nog saaier dan Kuifje werd bevonden. Knappe prestatie van een schrijver die het zichzelf ook niet makkelijk maakt.
Hergé liet zijn bloedeloze reporter glanzen in het licht van een bonte entourage. Maar de stijve Langdon is solitair.
Brown lost dat op met een raar trucje: hij hevelt kleurrijke personages uit zijn vorige boek (Het Slachtoffer, De Cryptologe, De Achtervolger, Het Brein) gewoon over naar zijn volgende boek en geeft ze een nieuwe naam. Het is een beetje alsof Kuifje in elk nieuw album een andere kapitein, een ander detectiveduo en een andere Milanese nachtegaal op zijn pad vindt.

donderdag 17 september 2009

Inbox



De wedstrijd waar deze A la recherche-lezer naar verwijst, behelst overigens twee pagina’s met een bekopping die het jongenshart sneller doet kloppen: Suspense à Coq sur mer.


woensdag 16 september 2009

Verloren (2)


Goed. Germaine.
Armen over elkaar.
Er is een waaier aan psychologische concepten om die lichaamshouding te benoemen. Mijn favoriet is: Het onwillige oor.
En het is haar niet genoeg. Ze heeft Hem óók de rug toegekeerd.

Het (onhandige) kunstwerkje - dikke, dekkende lagen op paneel - is vele jaren achtereen een wederkerend curiosum in verzamelaarskringen. Tenslotte neemt een Parijs’ veilinghuis het op in een deelcatalogus ter gelegenheid van het honderdste geboortejaar van de geestelijk vader van Kuifje.
Lot 347 wordt optimistisch ingeschat op € 12.000.

Hergé portretteerde de onontvankelijkheid van zijn kersverse vrouw en naar zijn beweegredenen kunnen we slechts gissen. Wat we wel weten: het is onverkoopbaar.

dinsdag 15 september 2009

Verloren (1)


Onmacht en weerzin in de duinen van Coq-sur-Mer.
Maar eerst.
S. had erop aangedrongen dat ik haar vergezelde naar Venetië om me vervolgens aan mijn lot over te laten.
En ik houd niet eens van filmfestivals.
Dinsdagavond vocht ik me desalniettemin naar binnen bij ‘Mannen die naar geiten staren’, een komedie met de onvermijdbare George Clooney. Hij moest het opnemen tegen een zaal waarin journalisten luidkeels de laatste roddels uitwisselden en het mobiele telefoonverkeer gewoon doorging.

Woensdagochtend, terwijl S. naar haar zoveelste ‘meeting opportunity’ in het Palazzo del Casinò ging, drentelde ik van galerie naar galerie. Ten slotte besteedde ik te veel geld aan een onhandzaam sculptuur: een prikbord in porseleinen lijst waarop een serie polaroids prijkte van verminkte handen. Ik wist zeker dat S. het zou verfoeien en misschien kocht ik het daarom wel: een kinderachtige roep om aandacht.
Maar kinderen trekken in zulke gevallen gewoon aan elkaars haren.

zondag 6 september 2009

Coq-sur-Mer


Georges en Germaine, in de duinen van De Haan, ergens in de jaren dertig. Letterlijk een onbekommerd tafereel, in die zin dat…

Maar begin volgende week meer. Tot zaterdag vergezel ik S. in de stad die Dirk Bogarde, Donald Sutherland en Rupert Everett nogal ongelukkig verwarden met Napels.
Ik zal me er duchtig vastklampen aan het leven.

vrijdag 4 september 2009

Een voorbeeldig leven (2)



De strip als middelpunt van het universum. Ironische overdrijving, natuurlijk, maar de subtekst in deze prent ráákte me wel. Yves Chaland verbeeldt de gedroomde wereld van het jongetje dat zich ooit veilig waande binnen de kaders van het beeldverhaal en (tevergeefs) zocht naar geestverwanten.
Dat wat ik toen had, heb ik niet meer. En wat ik nu bezit, heeft een monomaan karakter.
Ik werd er stil van.

woensdag 2 september 2009

Een voorbeeldig leven (1)


Intrigerende mail van een A la recherche-lezer: ‘Vergeleken met wat Jijé ooit voor het tijdschrift Line heeft getekend, is die Don Bosco een Hells Angel.’
Tegelijk stuurt D. me een scan van ‘Het voorbeeldige leven van Jijé’. In slechts acht pagina’s blaast de jong gestorven Yves Chaland het werkzame bestaan van Joseph Gillain op tot een heiligenleven van absurdistische omvang. De parallel met het leven van Hergé is smartelijk en nauwelijks over het hoofd te zien:


De Belgische striptekenaar zou in de gevangenis tot inkeer zijn gekomen, wat bij Chaland dan weer leidt tot dit heerlijk opzichtige tableau:


Maar de lezers verheffen met stichtelijke verhalen? Het blijkt een misrekening: voor de uitkomst van zijn scheppingsdrift is amper publiek. Getergd en teleurgesteld (Al die verdwaalde schapen!) hervat de tekenaar zijn westernreeks met Jerry Spring:


Enfin. Vaker dan vroeger twijfel ik aan mijn talent om te genieten, maar Chaland trok me gisteravond bij de les. Wat een verrukkelijk meesterwerkje! Vrijdag nog een afbeelding, eentje die me rechtstreeks raakte in de onbezorgde jongensziel.