maandag 19 oktober 2020

Hoe Hergé de vrede om zeep hielp


I.
We keken opnieuw naar God Only Knows, verstikkende prachtfilm van Mijke de Jong. Over twee zussen en een overspannen broer – en hoe ze, wanhopig hulpeloos, met elkaar omgaan.

Maanden geleden vergezelde ik S. bij de viewing van een ruwe versie, met veel fysieke pijn en moeite en met de ziegezagende gedachte dat dit misschien wel de laatste film was die ik zou zien. Die bangigheid werd beantwoord met vileine humor en passieve agressie, zo fenomenaal uitgespeeld door de acteurs dat ik mijn eigen misère even vergat.

Pas gisteravond viel me op dat er veel zwarte duiveltjes door het beeld vliegen. Maar ze nemen niemand mee. God weet dat de hel niet elders is, deze personages staan er al middenin.


II.
De strijd van het goede en het kwade:


Onder de vleugels van een gitzwart duiveltje knokken Blake en Mortimer met Olrik om een rafelige zwart-wit prent van W.F. Hermans hun geestelijk vader. De inzet van hun eeuwigdurende strijd is wel eens hoger geweest!

Beeld uit het Weekblad, het eerste nummer van 1957. ‘Espoir’ duidt op de nieuwjaarswens van Edgar Jacobs, een jaar van hoop. Ook andere auteurs blikken vooruit. Willy Vandersteen hunkert naar ‘optimisme’, Macherot hoopt het contact met de natuur in stand te houden. En Hergé?


III.
Wat kan de nieuwjaarswens van Georges Remi, alias Nieuwsgierige Vos, anders zijn dan….


Vrede! Dat 1957 een jaar mag zijn zonder oorlog… Zonder oorlog tussen de volkeren, maar ook: sans guerre entre les familles…

Brave boodschap in pikante omstandigheden. Juist in dit jaar legt de Tekenaar een bom onder de familievrede. Hij is tot over zijn oren verliefd op een jonge medewerkster van zijn Studios. Aan het einde van het jaar biecht hij alles op aan zijn Germaine. ‘Wat een komediant, wat een bedrieger,’ schrijft ze in haar dagboek. En ook: ‘Ik ben gelukkig wanneer hij ver weg is, dat monster!’