dinsdag 10 december 2019

Ondertussen, in de vrouwengevangenis


I.
Zeg, wat hebben we hier?


Anne Libert in ‘Quartier de femmes’, onzedig drama over een vrouwengevangenis, uit begin jaren zeventig. Laten we zeggen: niet het soort film waaruit Jo Röpcke (Vlaanderen) of Bob Bouma (Nederland) fragmenten sprokkelden voor hun televisieprogramma’s.


II.
Ook de vader van Anne Libert zat ooit achter de tralies:


Tekening die Hergé voor zijn vastgezette vriend Jean Libert maakte. In de processie herkennen we Edgar P. Jacobs en Jacques Van Melkebeke.

Libert, dichter en voormalig medewerker van de Petit Vingtième, publiceerde tijdens de oorlog in Duitsgezinde bladen en werd, net als Hergé, opgepakt voor collaboratie. Hij werd tot tien jaar veroordeeld en kwam na tweeënhalf jaar weer op vrije voeten.

De tekening staat in het dagboek dat de vrouw van Jean tussen 6 december 1943 en 14 maart 1946 bijhield. Afgelopen weekeinde werd het voor zestig mille afgehamerd op een veiling in Parijs.


III.
In het fenomenale naslagwerk ‘Wie is wie in de wereld van Hergé’ lezen we dat Hergé zijn naar Frankrijk vertrokken vriend aanbood om ‘iets’ te gaan doen voor zijn Studios. Libert sloeg het aanbod af en ging, onder het pseudoniem Paul Kenny, misdaadromans schrijven. Dat linkt hem zomaar aan de beste ontwerper van boekomslagen die ons land heeft gekend:



IV.
In het geveilde dagboek staat tevens een brief die Hergé aan het dochtertje van Jean Libert richt. We krijgen een aardig inkijkje in zijn onnavolgbare sentimenten:

‘Je moeder vroeg me om iets voor je te tekenen in dit dagboekje. Ik had ook graag een paar woorden willen zeggen. Maar ik kan niet goed met de woorden omgaan. Ik zal je toch een paar dingen vertellen.

Ten eerste, dat ik van je hou. En dat ik van je vader en moeder hou, beide zijn zo rechtdoorzee, zo eenvoudig, zo dapper. Met de gevangenneming van je vader is je een monsterlijk onrecht aangedaan en op een dag, niet ver weg, zal ongetwijfeld iedereen erkennen dat het een monsterlijk onrecht wás. Je vader dacht dat hij zijn land kon dienen in moeilijke tijden. Sommigen begrepen het niet. Neem het ze niet kwalijk. Ze zijn allemaal gek. Bijna iedereen is nu gek, vergiftigd door haat.

Je vader weet heel goed dat hij niets heeft gedaan waarvoor hij zich moet schamen. Al zijn vrienden, zijn echte vrienden, kennen hem zoals hij werkelijk is. De vriendschap en achting die ze al voor hem koesterden, groeit nog steeds, door het prachtige voorbeeld van moed, waardigheid en sereniteit die je vader en je kleine moeder hen gaven.

En nu, genoeg gekletst, mijn kleine Annie. Ik neem mijn potlood, mijn penselen, mijn Chinese inkt en ik ga aan het werk.’



V.
De kleine Annie ontpopte zich tot actrice Anne in het rechtdoorzee genre van de seksploitatiefilm:


Wat je noemt een ironisch antwoord op het stijve padvindersproza waarmee haar leven begon.

Op Liberts CV staan kleurrijke filmtitels als ‘3 filles nues dans l’'île de Robinson’, ‘Le Journal intime d’une nymphomane’ en ‘La Kermesse érotique’. Die laatste werd voor de Nederlandse bioscopen opmerkelijk vrij vertaald als:


Bij de behandeling van Liberts ‘Les jeunes filles perverses’ slaat de weemoed naar de rode-oortjestheaters uit mijn jeugd venijnig toe:


Gieren om vrolijke seks… Heeft Hergé – de kraag van zijn regenjas hoog opgeslagen – ooit durven toegeven aan de verleiding van zijn petite Annie?