maandag 2 juli 2018

Hier is een leven geëindigd


I.

HEET
Ik liep door het plantsoen naar m’n kamer. Het was heel heet, en als het heet is, moet je veel drinken. Maar als het heet is, heb ik nooit dorst, dus drink ik met tegenzin.
Ik riep de hospita en klaagde dat het zo warm was. Ze antwoordde dat ze allang in de kranten had gelezen dat het zo heet was, dat het niet haar schuld was en dat ik haar niet lastig moest vallen met onbelangrijke dingen en dat ze mij een afschrikwekkend heerschap vond.
Ik ging op het bed liggen, nam een boek ter hand, want ik las graag, en viel meteen in slaap.


Uit Ter plekke: de ultrakorte verhalen tot nu toe van de gisteren in Potsdam overleden Armando, die hier de voorbije jaren vaak en met goede reden voorbij is gekomen.

II.
Wat hospita’s betreft, vergeet de dames Pinson, Pirotte en Ernestine. Zij is er ook nog:


…en ze ergert zich hier ongans aan het lawaai dat ze toeschrijft aan haar ruziënde huurders (mijnheer Dupont vindt ze beslist een afschrikwekkend heerschap).

Het is de hospita van de gesneefde kunstenaar Jacob Balthazar, in OREILLE. Ze blijft naamloos, hoewel Hergé haar een aanzienlijke rol toebedeelt:


De vrouw komt op meer pagina’s voor*, maar deze pik ik er niet toevallig uit. De Tekenaar doet erg zijn best om Balthazars hospita te portretteren als een eenvoudige geest die sterk leunt op de orde der dingen:


‘Kijk eens naar die bloemen… hoe echt ze zijn! Alsof ze gaan lachen.’

Maar kijk vooral ook naar hoe er gekeken wordt op dit formidabele plaatje. Het is hier ieder voor zich: binnen dit ene kader schieten de blikken en gedachten verschillende kanten op.

De hospita zwelgt in geschilderde kitsch, Bobbie staat oog in oog met een schedel (we bevinden ons hoe dan ook in een ruimte waar zojuist een leven is geëindigd) en Kuifje staart naar een verdacht peukje op de vloer dat Hergé behulpzaam uitlicht in een close-up.

*) Hergé laat de naamloze hospita in 18 prentjes figureren. De eveneens naamloze hospita van Haddock tekent hij 16 keer. De hospita van Kuifje wordt vaak genoemd, maar karig bedeeld, met 14 plaatjes, uitgesmeerd over drie albums. Haar naam valt pas in het allerlaatste plaatje.

III.
Er is nog heel veel meer te zien op die uitgelichte pagina en dat uitgelichte tafereeltje. Bovendien moet de thematiek van het Verdachte Peukje in het werk van Hergé nu echt eens tot de bodem toe uitgezocht:


Maar het is ook heet en volgens de krant wordt het nog heter. Hoogste tijd om er tussenuit te knijpen, voordat het asfalt smelt.

De TINTINPERDU-kijkdoos ligt tot begin september voor onderhoud en renovatie in de werf. Voor spoedgevallen tijdens mijn afwezigheid verwijs ik, als vanouds, naar toestel 421. Zuster Fanny is elke werkdag aanwezig voor het druppelen van vermoeide ogen.

Fijne vakantie - en kijk toch vooral goed uit. Er is altijd meer te zien dan u denkt.