Bon, gedenken we de ongelukkige Jean Taussat die dezer dagen precies een halve eeuw geleden een vriendelijk briefje kreeg van Hergé. De tekenaar schrijft daarin iets ongewoons: hij verklaart akkoord te gaan met de smeekbede van Taussat om een gastrolletje te mogen spelen (‘enkele portretfoto’s voeg ik toe’) in een nieuw avontuur van Kuifje. Tenminste, zodra de gelegenheid zich voordoet.
De jonge Taussat moet geduld hebben tot 14 december 1967:
Uit de slotpagina van VOL 714. Van links naar rechts: Zonnebloem, Taussat, Haddock, Kuifje. Pijnlijk detail: Taussat is dan al twee jaar dood, in november 1965 gesneuveld tijdens, kunnen we her en der lezen, ‘het schoonmaken van een wapen’.
Met zo’n gun cleaning accident wordt in veel gevallen iets nog veel minder dragelijks verbloemd: suïcide (de vrouw van Ernest Hemingway durfde pas vele jaren later te erkennen dat haar man niet door een ongeluk om het leven was gekomen). Zonder er verder over te speculeren, geeft Taussats verzoekschrift aan Hergé wel aanwijzingen in die richting. De jonge fan schreef in 1962 wat zijn gastrol zou betekenen: de mogelijkheid van een intenser leven in een wereld waarin voor banaliteiten en het kwaad geen plek is.
Een buitenstaander, die Taussat, te gevoelig voor dit aardse tranendal.