Waarom geld uitgeven aan een zwaargehavend boek dat een buitenstaander onbekommerd bij het oud papier zou leggen?
A) Je wilt het per se hebben en bent nimmer tegen een beter exemplaar aangelopen.
B) Je wilt het per se hebben en hebt geen budget voor een beter exemplaar.
A kunnen we wegstrepen. De oplage was destijds laag (5900 exemplaren voor de eerste twee edities) en toch is deze L’Ile Noire uit 1938 (eerste editie zonder auteursvermelding) stellig geen onvindbaar album. D. kocht en verkocht in 2011 twee exemplaren in goede staat en bemiddelde in december 2010 bij de verkoop van een ‘très bon etat’. Bij Banque Dessinée kwam het album de afgelopen jaren zeven maal onder hamer, bij Artcurial alleen al in 2011 drie maal. Dichter bij huis werden goede exemplaren afgehamerd bij Bernaerts en Rops. Het is het topje van de ijsberg. Cerca trova, wie zoekt, die vindt.
Ook door B kan in dit specifieke geval een streep. Hoe je het ook wendt of keert: € 900 is iets anders dan ‘geen budget’. Wie zo’n bedrag kan en wil neertellen voor een zwaargehavend album, zal ook het dubbele kunnen missen voor een exemplaar in (veel) betere staat.
Tijd om stelling C uit de hoge hoed te toveren:
C) Je wilt het per se hebben en je bent bang.
Waarmee we zijn we waar we wezen moeten: het levenslot van de verzamelaar, de hardnekkige angst dat het misschien wel de laatste kans is om iets aan de haak te slaan. Die vrees is bijna altijd ongegrond. Maar, zoals Boudewijn Büch beweerde in de spaarzame rustpauzes van zijn verzameldrift:
In de tijd die je besteedt aan het weerleggen van je angsten, slaat een ander zijn slag.
Binnenkort meer.