dinsdag 27 maart 2012

Let me play among the stars


He-le-maal vergeten: vorige maand was het zestig jaar geleden dat Georges zijn Lancia Aprilia in splinters reed (alsmede het dijbeen van zijn Germaine: zes weken in het gips, zes maanden geen beweging).

Dat ándere feestje laat ik me dus niet ontgaan.

Volgende week is het precies zestig jaar geleden dat Hergé zijn helden de ruimte injoeg. Dat wil zeggen:


Het weekblad van 2 april 1952: de aankondiging van de hervatting van het maanavontuur (dat begon op 30 maart 1950 en op 7 september van datzelfde jaar werd afgekapt).

Een week later begint het echt, met een fijne ontregeling van de traditioneel suffe paascover:


Vervolgens wordt er doodleuk nog zes (6!) maanden gekeuveld over (en vooral in) de ruimte voordat, op 1 oktober:


Clac! Merk op dat ook het sluiten van de toegang tot Zonnebloems maanraket hetzelfde geluid maakt als het dichttrekken van het portier van Arturo Cartoffoli’s Lancia Aurelia B20.

Lancering op 8 oktober?

Nee, pestkop Hergé krijgt het voor elkaar het vertrek nog drie weken uit te stellen. En dan, eindelijk, op 22 oktober 1952, de verlossing voor de inmiddels uitgevloerde weekbladlezertjes:


Historische gebeurtenis, weggemoffeld in een tijdschrift dat er verder geen enkele aandacht aan besteedt en waarover Hergé heeft opgemerkt: ‘Het is zwaar, onverteerbaar, stijf, niet vrolijk en monotoon.’

Naschrift:

Op dezelfde dag verschijnt in verschillende regionale dagbladen het volgende bericht:


1977… En wat een vooruitzicht. Nóg eens 25 jaar zeveren over een reis naar de maan.