Godfried Bomans, met postfrisse deerne voor zijn boekenkast (Bloemendaal, 1960).
Behoorlijk wat titels, maar appeltje-eitje voor de habiele Kuifje-kenner wiens oog onmiddellijk valt op... Ja, op wat?
De goede oplossing kunt u doorgeven aan juffrouw Fanny, toestel 421. Maar mailen mag natuurlijk ook: tintinperdu@gmail.com
Ik ben tot 10 april afwezig.
vrijdag 30 maart 2012
Zoekplaatje
donderdag 29 maart 2012
Kavel 69
LE PETIT VINGTIÈME
No. 1, 4 januari 1934
NETTE STAAT
Buitenkansje om dit moeilijke nummer te bemachtigen! Binnenwerk en achterzijde zijn in onberispelijke staat, maar ontbreken. Omslag vertoont gebruikelijke ouderdomsvlekjes en aantal onderdelen missen. Steunkleur nog zeer fris, wat zeldzaam is bij drukwerk van deze leeftijd. Niet op geschreven, geen sporen van plakband. Zonder de kleine minpunten zou dit begeerde tijdschrift in bijna nieuwstaat verkeren. Wordt aangetekend verzonden in vier stevige enveloppen.
dinsdag 27 maart 2012
Let me play among the stars
He-le-maal vergeten: vorige maand was het zestig jaar geleden dat Georges zijn Lancia Aprilia in splinters reed (alsmede het dijbeen van zijn Germaine: zes weken in het gips, zes maanden geen beweging).
Dat ándere feestje laat ik me dus niet ontgaan.
Volgende week is het precies zestig jaar geleden dat Hergé zijn helden de ruimte injoeg. Dat wil zeggen:
Het weekblad van 2 april 1952: de aankondiging van de hervatting van het maanavontuur (dat begon op 30 maart 1950 en op 7 september van datzelfde jaar werd afgekapt).
Een week later begint het echt, met een fijne ontregeling van de traditioneel suffe paascover:
Vervolgens wordt er doodleuk nog zes (6!) maanden gekeuveld over (en vooral in) de ruimte voordat, op 1 oktober:
Clac! Merk op dat ook het sluiten van de toegang tot Zonnebloems maanraket hetzelfde geluid maakt als het dichttrekken van het portier van Arturo Cartoffoli’s Lancia Aurelia B20.
Lancering op 8 oktober?
Nee, pestkop Hergé krijgt het voor elkaar het vertrek nog drie weken uit te stellen. En dan, eindelijk, op 22 oktober 1952, de verlossing voor de inmiddels uitgevloerde weekbladlezertjes:
Historische gebeurtenis, weggemoffeld in een tijdschrift dat er verder geen enkele aandacht aan besteedt en waarover Hergé heeft opgemerkt: ‘Het is zwaar, onverteerbaar, stijf, niet vrolijk en monotoon.’
Naschrift:
Op dezelfde dag verschijnt in verschillende regionale dagbladen het volgende bericht:
1977… En wat een vooruitzicht. Nóg eens 25 jaar zeveren over een reis naar de maan.
maandag 26 maart 2012
Medeplichtig
Wonderlijk toch hoeveel lelijks je en passant voor de kiezen krijgt op een beurs als de TEFAF (The incomparable art fair). In de breed uitgemeten ontwikkeling om prijskaartjes op het aanbod te plakken, ontdekte ik de trend om toch vooral het afzichtelijke te prijzen. Een hoge koopsom vertroebelt de kritische blik, de gelikte omgeving doet de rest.
Ik bedoel: zet de Al Maaref-editie van Tintin en Amérique in je glossy veilingcatalogus, hang er goed zichtbaar het gewenste prijskaartje aan (estimation 5000 - 7000 €) en je zou zomaar vergeten wat een foeilelijke uitgave het eigenlijk is.
En zelfs dan kan het altijd nog erger:
Raket naar de maan, de Amerikaanse bibliotheekeditie, Golden Press, 1960. Fragment van het omslag. De raket komt uit een breimachine en Kuifje is dat ventje met mayonaise op zijn hoofd.
Lelijkheid is superieur aan schoonheid omdat het blijft duren. Verklaarde Serge Gainsbourg. Als verzamelaar ben ik daaraan medeschuldig. Ik heb dat blauwe monster en zijn wanschapen broertjes ooit gekocht.
vrijdag 23 maart 2012
Morose
Tintin en Amérique, de Egyptische uitgave van Al-Maaref Press, uit 1946. Volgende week in Parijs onder de hamer.
Ach, de vertroosting van Kuifje!
Ik worstelde weer eens met de levensonlust die elk voorjaar bij de eerste stampvolle terrassen de kop opsteekt. Tot wanhoop van S. die een basis van gezelligheid zocht.
‘Jij zoekt alleen maar de voldoening dat je een ander met je depressie hebt aangestoken,’ vond ze.
Laat ik dan toch deze fijne vent tot voorbeeld nemen:
Een pink zonder topje, stompjes… Maar wát een plezier.
woensdag 21 maart 2012
Ongesneden
Gekend bibliofiel struikelblok: wat te doen met de pagina’s in die zeldzame, honderd jaar oude uitgave die nimmer zijn opengesneden?
Dan danken we de Almachtige maar weer eens op onze blote knietjes dat Casterman geen onversneden albums over de schutting wierp.
En dan moet Alain van Neygen van de 9th Art Gallery weer zonodig lopen klieren:
Rarissime édition alternée non reliée de 1946:
Op vier grote vellen die ongesneden zijn.
Absolument introuvable! Maar voor de gevraagde 12.000 euro haal je wél een gruwelijk dilemma in huis.
dinsdag 20 maart 2012
maandag 19 maart 2012
Only in it for the money (2)
Waarom geld uitgeven aan een zwaargehavend boek dat een buitenstaander onbekommerd bij het oud papier zou leggen?
A) Je wilt het per se hebben en bent nimmer tegen een beter exemplaar aangelopen.
B) Je wilt het per se hebben en hebt geen budget voor een beter exemplaar.
A kunnen we wegstrepen. De oplage was destijds laag (5900 exemplaren voor de eerste twee edities) en toch is deze L’Ile Noire uit 1938 (eerste editie zonder auteursvermelding) stellig geen onvindbaar album. D. kocht en verkocht in 2011 twee exemplaren in goede staat en bemiddelde in december 2010 bij de verkoop van een ‘très bon etat’. Bij Banque Dessinée kwam het album de afgelopen jaren zeven maal onder hamer, bij Artcurial alleen al in 2011 drie maal. Dichter bij huis werden goede exemplaren afgehamerd bij Bernaerts en Rops. Het is het topje van de ijsberg. Cerca trova, wie zoekt, die vindt.
Ook door B kan in dit specifieke geval een streep. Hoe je het ook wendt of keert: € 900 is iets anders dan ‘geen budget’. Wie zo’n bedrag kan en wil neertellen voor een zwaargehavend album, zal ook het dubbele kunnen missen voor een exemplaar in (veel) betere staat.
Tijd om stelling C uit de hoge hoed te toveren:
C) Je wilt het per se hebben en je bent bang.
Waarmee we zijn we waar we wezen moeten: het levenslot van de verzamelaar, de hardnekkige angst dat het misschien wel de laatste kans is om iets aan de haak te slaan. Die vrees is bijna altijd ongegrond. Maar, zoals Boudewijn Büch beweerde in de spaarzame rustpauzes van zijn verzameldrift:
In de tijd die je besteedt aan het weerleggen van je angsten, slaat een ander zijn slag.
Binnenkort meer.
vrijdag 16 maart 2012
Only in it for the money (1)
Als een L’Ile Noire (A5, 1938) in bijna nieuwstaat € 19.000 opbrengt en een exemplaar in goede staat € 1.800, wat is dan een reële prijs voor hetzelfde boek in slechte staat?
Bon, gaat het toch weer over geld. De vraag werd me een week geleden in de mailbox geworpen en was - eerlijk is eerlijk - een tikkeltje ontstemder van toon: ‘900 euro voor zó’n boek, vindt u dat niet belachelijk?!’
Volgde een link naar dit album, vorige maand voor het beschimpte bedrag geveild op internet:
Vooropgesteld: stechelen over de kwestie of iets ‘zijn geld waard is’, is niet heel opwindend. De glassculptuur waar S. en ik vorig jaar alsnog voor vielen, is om geheimzinnige redenen het pispaaltje van mijn andere verzameling. Van voortdurend moeten aanhoren ‘wat dat nou kost’, raakt een mens gevloerd.
Mild geformuleerde realiteit: ‘Het is wat de liefhebber ervoor geeft.’
Daar kon ik die mail in een rap antwoord mee afhandelen, maar ergens begon het te wringen. Zo raar was de vraag nu ook weer niet. Geven we er nog een andere draai aan, dan zitten we zomaar met een kwestie die smeekt om een origineel antwoord:
Als een album in bijna nieuwstaat ruim tien keer zoveel opbrengt als een album in goede staat, is de reële prijs voor een album in slechte staat dan niet tien keer zoveel minder?
Maandag verder!
woensdag 14 maart 2012
Onklare lijnen
Met S. naar Utrecht, voor een weerzien met ‘Rom 87’. Na tientallen jaren hangt het kunstwerk voor het eerst weer in een publieke ruimte (op de knusse expo ‘God save the Queen - kunst, kraak, punk 1977 - 1984’ in het Centraal Museum).
Uiteindelijk komt alles toch weer samen.
In 1982 maakte ik, in de Nederlandse Métal Hurlant, kennis met een geëngageerde Moebius (‘Witte Nachtmerrie’). Datzelfde jaar zag ik, in krakersatelier W139, het krankjorume, nachtmerrieachtige debuut van ene Rob Scholte.
Zo kon je dus ook kunst maken!
Scholte en Sandra Derks, studiegenoot aan de Rietveldacademie, kochten een resem onnozele kleurplaten bij de Hema en kleurden ze in. De 64 afbeeldingen uit dit eerste blok combineerden ze in een tweede blok van 32 afbeeldingen, en zo verder, tot alle vellen ten slotte samenkomen in één enkel beeld.
Ik heb de camera van Walter Rizotto geleend om het ‘krankjorume’ en ‘nachtmerrieachtige’ ervan te verduidelijken.
Blok 1 met de (later nagetekende en toegevoegde) kleurplaten:
Fragment dat we een paar stappen volgen:
Uit blok 2 met de ingekleurde tekeningen:
Combinatie uit blok 3:
Combinatie uit blok 4:
Vakjes inkleuren, oké, maar het wordt pas spannend als je buiten de lijntjes treedt.
Blok 5:
De keuze om het, in eerste instantie doddige robotje te volgen, is overigens niet toevallig. Het deed me aan Erik Kriek denken. En bij Blok 9 fantaseerde ik zelfs over een overeenkomstige samenwerking van Kriek met Peter Pontiac: Rom 87 twee punt nul. Wees dat verlangen soms op een gesneefde bewondering voor het origineel? Ik durfde er niet goed over na te denken.
Vrijdag: De tariefkaart bij De Zwarte Rotsen.
maandag 12 maart 2012
Rocht!
I.
Het einde van een tijdperk? O jawel.
Maar wanneer begon het?
Veertig jaar geleden, op de kop af:
Pep, maart 1972. Nervositeit bij de jonge lezer: zijn nieuwste ontdekking keert terug in een kersvers avontuur ( = Vlakte der Sioux).
II.
Gefnuikte jeugdherinneringen. De klassieke held van weleer blijkt Klassiek in de ergste zin van het woord:
Uit: De man die $ 500.000 waard was. Charlier vertelt, Giraud illustreert. Spaghettiwestern? Sergio Leone en Sergio Corbucci lieten hun personages zwijgen.
III.
Arzach, Moebius. Aflevering: Arzak. Zuurstof!
IV.
Witte Nachtmerrie/Cauchemar blanc:
Op pad met de racistische knokploeg van de Service d’Action Civique. Uit de Nederlandse editie van Métal Hurlant, voorjaar 1982. Hernieuwde opwinding: ‘Maakt die man dit óók?’.
V.
Rocht! Privé-detective klasse B John Difool krijgt bezoek van indringers met een anti-breed-spectrum-verlammings-krachtveld. Curieus onomatopee.
rocht (tussenw.), ter aanduiding van de figuurlijke knal waarmee een kunstenaar ons universum binnendringt en daar een blijvende indruk achterlaat.
donderdag 8 maart 2012
Alles is schaamte
Daar sta je dan, beetje onwennig in je propere blazer en je geperste pantalon. Onhebbelijk lang gedroomd van een betrekking bij Sotheby’s. Jouw handen die een sculptuur van Giacometti of een doek van Gustav Klimt verheffen!
En dan ben je waar je wezen wilt. Dan heb je die droombaan.
En dan dit.
Het leven is gemaakt van illusies.
*) Beeld van ‘A Collection of Comic Books’, de tweedaagse veiling van stripboeken bij Sotheby’s, in oktober 1987 - exact een week na Zwarte Maandag, de wereldwijde beurskrach.
woensdag 7 maart 2012
Scouts!
Hergé chez les scouts - Les aventures de Renard Curieux. Verschijnt volgende maand. Alsof de liefhebber niet overvoerd kan raken met deelstudies.
Ce sera un album de 160 pages, format A4 à l’Italienne qui racontera en détails les activités scout et notamment les grands voyages qu’Hergé a pu faire avec les scouts et qui l’on marqué... ce sera largement illustré avec des photos dont beaucoup sont inédites...
De auteur doet alvast een kleine promotietour en in zijn vormelijke mombakkes herkennen we zoetjesaan een volmaakte cliënt van dokter Riklin: ‘Gaat u daar maar liggen, mijnheer Goddin, en vertelt u voor de verandering eens iets over uzelf.’
Overigens marcheren de padvinders eind van deze maand ook bij Art Curial*:
Kavel 382, originele omslagtekening voor Le Petit Vingtième van 12 mei 1938. Rood sjaaltje, beige shirt: vergelijk de inkleuring van Hergé eens met de ‘kleurnuances’ op het gedrukte exemplaar.
De beklagenswaardige Renard Curieux moet er af en toe furieus van zijn geworden.
*) De catalogus van het veilinghuis staat sinds vanmorgen ook online. Originelen vanaf kavel 150.
dinsdag 6 maart 2012
maandag 5 maart 2012
Financieel nieuws (2)
Hoe zit het inmiddels met die absolute run op nieuwstaat waar D. eind vorig jaar zo opgewonden van raakte? Twee veilingresultaten bij Banque Dessinée, gistermiddag, zijn veelzeggend.
Kavel 542 en 543. L’Ile Noire (1938, A5).
‘Proche de l'état neuf’:
‘Bon état+’:
De laatste werd afgehamerd op € 1800,-, de ‘bijna nieuwstaat’ deed ruim het tienvoudige: € 19.000.
En nu we het toch over geld hebben. In 1938 kocht Georges zijn eerste auto, een Opel Olympia cabrio coach:
Ondanks ‘zijn geringen aanschaffingsprijs’ een uitgave die slechts enkelen zich konden veroorloven. Hergé betaalde er destijds 1.275 gulden voor. Alleen al voor het opgeld dat de koper van zijn bijna nieuwe Zwarte Rotsen gisteren moest neertellen (22%), had de Tekenaar zeven (7) van deze ‘technisch volmaakte’ cabrio’s kunnen kopen.
Morgen weer iets fatsoenlijks.
donderdag 1 maart 2012
Postume sensaties
I.
Hoe ziet dat eruit, een chagrijnige Mona Lisa? Nou, zo dus:
II.
Alexis, Gotlib en Loup bespreken het nieuwe nummer van Fluide Glacial, april 1977. Alexis (links) is zwijgzaam en nauwelijks in beeld; het lijkt een vingerwijzing naar de dingen die gaan komen. Marcel Gotlib voert in dit filmpje het hoogste woord*. In de laatste minuut bespreekt hij zijn gag op de achterzijde van het magazine: man knijpt zijn neus dicht en perst zijn hersens door één oor naar buiten.
Amper vijf maanden na deze opname is Alexis dood, dertig jaar oud.
Il disparait subitement. Een zwelling van de hersenslagader is hem fataal geworden.
III.
Karel van het Reve, mijmerend over de dood:
Ook heb ik soms de eigenaardige sensatie dat wat ik meemaak eigenlijk na mijn dood aan het gebeuren is (…) Ik loop door Amsterdam en denk: zo ziet de stad er dus uit na mijn dood. Soms sla ik een hele krant over, denkend: dat zijn allemaal postume gebeurtenissen.
Zou Georges die sensatie gekend hebben, voorjaar 1976?
Hij heeft voor het eerst het Picaros-album in handen en denkt: zo zien de avonturen van mijn held er dus uit na mijn dood.
En zou hij toen pas werkelijk gedacht en besloten hebben: over mijn lijk?
*) Ga naar 03.15 minuut en kijk eens hoe schatplichtig de tekenaar hier is aan Gabin, Belmondo en Delon bij het opsteken van een sigaret. Le cool!