woensdag 23 december 2020

Het geheim van de pretletter


Op een haar na negentig (90!) jaar oud:


Kersteditie van de Petit Vingtième, 25 december 1930. Laatste uitgave in de oude stijl – voor de nieuwe jaargang heeft de jonge Georges een nieuw, erg fraai titelschrift ontworpen:


Let op het pootje van de ‘m’ dat de gekantelde ‘e’ een vrolijk schopje geeft:


Over die kanteling moet nog een stevige noot gekraakt. Want, waar hebben we dat vaker gezien?

Precies:


Bij de brouwerij noemen ze dit ‘de lachende e’ – een bejubelde vinding van de grote baas zelf:

‘Wetenschappers tuurden dagenlang door microscopen om de juiste hoek van die 'e' te bepalen. Te scheef was een droevig gezicht en te rechtop zag er ook niet uit. Deze 'e' lacht je toe.’

Freddy Heineken in de Volkskrant van 24 juli 1995.

Freddy’s lachende e werd doorgevoerd in 1964. De doorsnee kuifoloog schenkt, schouderophalend, nog een fijn Belgisch biertje in en merkt droogjes op dat de geniale Georges al 34 jaar eerder van zijn e een pretletter maakte. Zónder microscoop!


Waarde PERDU-lezer,
Fijn dat u er nog bent. Wat mijzelf betreft: ik was daarover de voorbije maanden niet altijd zeker. De dertiende jaargang van dit blog was, mille millions de sabords, er eentje met onplezierige verwikkelingen. Voor de veertiende jaargang heb ik alvast de e’s gekanteld.

Ik wens u fijne feestdagen en bovenal een gezond 2021. En omdat er één ding nimmer verandert: voor noodgevallen, een goed gesprek of een sneltest kunt u tijdens mijn afwezigheid bellen met zuster Fanny, toestel 421.

vrijdag 4 december 2020

Een wegstervend avontuur


I.
Zo zou het voortaan gaan. Op en af. Himmelhoch jauchzend, vom atem beraubt. Toen het eindelijk weer op ging, liet S. me op adem komen bij een oude bekende:


Arquitectura para el caballo (‘Architecture for Horses’) van Fernando Sánchez Castillo. Verstilde beelden van een nerveus paard, trappelend door een leeg universiteitsgebouw. Trap op soms. En trap af. Re-enactment zonder publiek van een absurde voetnoot in de roerige geschiedenis van Spanje. Dictator Franco liet in de jaren zeventig de universiteit van Madrid zo ontwerpen dat er in de gangen en de collegezalen bereden politie kon worden ingezet om studentenopstanden te onderdrukken. De paarden werden getraind in traplopen.

Tien jaar geleden zagen we het videokunstwerk op een expositie in Madrid, nu moesten we ervoor naar Utrecht*. De vervreemding was nog even intens – de voldaanheid daarover hield het geplaagde lichaam leefbaar.


II.
Konden de knollen van Hergé traplopen? Van dit exemplaar wil ik het geloven:


Allereerste optreden van een dravend paard in de avonturen van Kuifje, in de Petit Vingtième van 12 december 1929. Vooral bij het eerste plaatje kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat dit een pak is uit de verkleedkist van Norbert Wallez (zit Germaine voorin of achterin?).


III.
Hoe treffend zou het dan niet zijn als het laatste paard in Les Aventures een verkleedexemplaar is in de carnavalsstoet in PICAROS? Helaas… En toch ook weer niet. Want zie eens hoe fraai symbolisch het edele dier evengoed verdwijnt:


BIJOUX, aflevering 47 in het Weekblad, 22 mei 1962. Dit is de laatste keer dat we een paard zien in het universum van Hergé. Is de Tekenaar zich daarvan bewust en voegt hij daarom, voor de albumuitgave, wat dramatische wolken toe?


Luister vooral nog even naar het wegstervend getrappel. Er volgen nog twee albums, maar de kritische luisteraar hoort op dit plaatje óók het Avontuur wegsterven.


*) Expositie UtrechtDownUnder 2020 – Actuele kunst in de oude bieb (nog tot 21 december)