Een Pep uit 1933? Och, het spooksel van een drinkgelag tussen Remi en
De Smet is hoe dan ook attractief.
Korte mailwisseling, overigens, met die andere tekenaar op het omslag van het illusoire stripweekblad: Martin Lodewijk. Over de druktechniek en kleurenrijkdom van toendertijdannodamals en de gouden jaren van Hergé.
Lodewijk:
‘Te bedenken dat de meester in die dagen Kuifje schreef en tekende, alsmede Jo, Zette en Jocko zowel als Quick en Flupke en daarbovenop illustraties en covers voor Le Petit Vingtième gelardeerd met (soms prachtige) reclame-uitingen, kalenders en verder beeldschoon bric-à-brac. Alles tegelijk, door elkaar heen en in zijn eentje. Ok, misschien maakte Germaine zo nu en dan een vlekje zwart of gomde potloodlijnen uit, zoals de vrouw van Kresse in zijn goeie jaren ook deed. Net als mijn echtgenote! Nut kent geen gêne.
Het wonderbare is dat je de druk en de haast in vooral Jo, Zette en Jocko kunt zien en ruiken maar dat het er alleen maar mooier en beter van wordt. Ik moet er regelmatig naar kijken (en het dan gauw weer wegleggen!).’