Een Pep uit 1933? Och, het spooksel van een drinkgelag tussen Remi en
De Smet is hoe dan ook attractief.
Korte mailwisseling, overigens, met die andere tekenaar op het omslag van het illusoire stripweekblad: Martin Lodewijk. Over de druktechniek en kleurenrijkdom van toendertijdannodamals en de gouden jaren van Hergé.
Lodewijk:
‘Te bedenken dat de meester in die dagen Kuifje schreef en tekende, alsmede Jo, Zette en Jocko zowel als Quick en Flupke en daarbovenop illustraties en covers voor Le Petit Vingtième gelardeerd met (soms prachtige) reclame-uitingen, kalenders en verder beeldschoon bric-à-brac. Alles tegelijk, door elkaar heen en in zijn eentje. Ok, misschien maakte Germaine zo nu en dan een vlekje zwart of gomde potloodlijnen uit, zoals de vrouw van Kresse in zijn goeie jaren ook deed. Net als mijn echtgenote! Nut kent geen gêne.
Het wonderbare is dat je de druk en de haast in vooral Jo, Zette en Jocko kunt zien en ruiken maar dat het er alleen maar mooier en beter van wordt. Ik moet er regelmatig naar kijken (en het dan gauw weer wegleggen!).’
donderdag 26 april 2012
Toendertijdannodamals
dinsdag 24 april 2012
maandag 23 april 2012
Humeur graves
donderdag 19 april 2012
German Research (2)
Wie is hier nu eigenlijk de nerd? De Hergé-liefhebber die een exemplaar van German Research in World War II herkent in de boekenkast van Godfried Bomans? Of de blogger die die titel om God weet wat voor reden erin frummelde?
Een vraag die ik hier wijselijk niet ga beantwoorden. Over het waarom hoeven we dan weer niet ingewikkeld te doen: een kunstmatig bruggetje naar een gruwelbeeld uit mijn jongste jaren.
Van deze nachtmerrie lag ik toen allerminst wakker...
(de tekening rechts op de foto, bedoel ik)
… omdat ik als jochie de oversneden verschrikkingen al bij toeval had ontdekt in een bundeling (Capriolen, 1953) van veelschrijver Bomans. Het geheim van de roestige spijker, een ‘Leerzaam en Opbouwend Beeld-Verhaal’ over de bikkelharde speurneus Dick Parker en diens onderzoek naar het heengaan van graaf Bathmore:
Geperst in een strakke smoking en een meester van de Dubbele Schaar (‘een beweging die alleen in meer gevorderde Jiu Jitsu-kringen wordt toegepast’) is Parker direct herkenbaar als het satirische broertje van Dick Bos.
Met een vermogen om belangrijke conclusies te deduceren uit kleine aanwijzingen:
Een voorliefde voor snelle auto’s:
En een ontzagwekkende volharding:
Maar voor een kind dat geen kaas heeft gegeten van zoiets als een persiflage, zijn de getekende slachtpartijen (uit het fijne pennetje van Rein van Looy) werkelijk angstaanjagend:
En is de finale afrekening met de grootste schurk toch wel het nec plus ultra van de infantiele ontzetting:
Een leven lang achtervolgd door de laatste, gruwelijke momenten van John Nail meed ik telkens het pad van de misdaad en sleet ten slotte mijn dagen als eerzaam verzamelaar.*
*) Nu ja, bij wijze van spreken.
dinsdag 17 april 2012
Silence, on contourne!
Hét beeld van de Vietnamoorlog - zonder de 9-jarige Kim Phúc die naakt en verbrand door napalm op ons af komt rennen. De Tsjechische kunstenaar Pavel Maria Smejkal omzeilt op een reeks iconografische foto’s de personages en wat na digitale bewerking dan overblijft, is wat Armando aanduidde als ‘schuldig landschap’.
Bij Adesso deden ze iets vergelijkbaars met de omslagen van de Casterman-albums, om vervolgens de ongemakkelijke leegte om zeep te helpen met flauwe titels:
Dat kan beter, en vooral: stiller.
...
...
...
...
Eigenaardig toch hoe je door de leegte kunt volschieten.
Donderdag: Het gruwelijke einde van John Nail.
maandag 16 april 2012
German Research (1)
Mail van Scudder, met een fijne anekdote over German Research in World War II, het exemplaar van zijn vader, bomvol aantekeningen in potlood:
Hij had een complete bibliotheek over de Tweede Wereldoorlog, alle toespraken van Winston Churchill, noem maar op - en nog alles gelezen ook! Als Lou de Jong weer een nieuwe pil publiceerde over Nederland in de oorlogsjaren, pakte mijn vader zijn potloodje en las de publicatie zorgvuldig door. De correcties stuurde hij naar De Jong.
Na zijn overlijden ging een groot deel van zijn boeken naar het NIOD, maar het boek van Leslie Simon bleef bij ons thuis. Pas later, toen ik De Zaak Zonnebloem nauwkeuriger had gelezen én ik het boek in onze eigen boekenkast tegenkwam, realiseerde ik dat door een stom toeval juist dit boek voor mij bewaard is gebleven.
Met de bijgevoegde foto heeft hij andere intenties*, maar bij mij opende het plotsklaps de ogen:
C’est extraordinaire, capitaine!
Kuifje heeft een editie van German Research in handen waarin de foto’s van het ultrasone wapen op een rechterpagina liggen. Mille millions de tonnerres de Brest! Wat is dat voor uitgave? En waarom heb ik die niet?
*) Scudder: ‘Een foto van mij voor een stukje boekenkast. Niet gefotoshopt! Zoekplaatje: rechts van El Voltor de Wood-city tot en met Les Aventures du ciel staat een typische mengelmoes van boeken. Ja, ze hebben allemaal iets met Hergé te maken, maar niet op dezelfde manier. Welk boek heeft welke relatie? De tijd gaat nu in!’
vrijdag 13 april 2012
Mevrouw Kern
Maar wel eerst handen wassen...
Interview met Johanna Lucretia Kern, fanatiek verzamelaar van strips. Uit: Stripschrift 47/48, december 1972.
donderdag 12 april 2012
Nerdisme
Waar waren we? Hier waren we:
In het midden: Godfried Bomans (hij kan niet genoeg geprezen worden voor zijn hilarische Dick Bos-parodie Het geheim van de roestige spijker). Schuin boven hem een boek dat ik heimelijk in zijn kast heb gemoffeld:
Volstrekt onuitvlooibaar raadseltje. Dacht ik. Eén A la recherche-lezer schuurde onbewust langs de oplossing met een vakantiegroet uit het Deutsches Technikmuseum in Berlijn. Twee (2!) lezers mailden doodleuk het correcte antwoord:
Aldus wordt de German Research Award 2012 dit jaar ex aequo uitgereikt. En hoewel ik de winnaars niet wil beledigen, vraag ik me toch af of hier geen sprake is van een virulente vorm van Hergé-nerdism.
dinsdag 10 april 2012
Wulps
Ontmoeting met Dolores James, op de hoek van 89th Street en Fifth Avenue:
Wulps getitelde assemblage-kunst in het Guggenheim, van John Chamberlain (1927-2011) die graag met autowrakken hengstte.
When a sculpture is nearly done, you can put things on and you take them off and it doesn’t make any difference.
Bij al het lenig vervlochten plaatstaal op dit retrospectief moest ik rap aan Ferrari denken. France Ferrari.
Chamberlain was een geweldige colorist.
Overigens viel S. als een blok voor Miss Lucy Pink:
Exact een halve eeuw geleden geassembleerd. Georges had het indertijd direct van de kunstenaar kunnen kopen, een welgekozen afscheidscadeautje voor Germaine.
In 1962 ging de Tekenaar voor het eerst met Fanny op vakantie.
Donderdag: Breinbreker in Bomans’ boekenkast.